5)
Druk A voor
Start/Stop
6)
Toets A aanleren
7)
Toets aanleren
1234a12a
1234a12a
OPMERKING:
Wanneer u tekens invoert, zorgt u ervoor dat de cursor achter het laatste
teken wordt geplaatst. Anders wordt het laatste teken dat u hebt
gedefinieerd en alles wat daarna staat gewist en de sneltoets zal de
gewenste functie niet of onvolledig uitvoeren.
8)
Kies toets:
1) Toets A
56
ProSys Gebruikershandleiding
Druk op [A] (of de functietoets die u in
stap 4 hebt geselecteerd).
Gebruik de numerieke toetsen of de
-toets om een reeks tekens in te
voeren die overeenkomen met de
gewenste toetsaanslagen, zoals
beschreven is op pagina 57. Gebruik de
pijltjes toetsen om de cursor te
verplaatsen.
Wanneer u klaar bent met het invoeren
van een reeks tekens, zorgt u ervoor dat
de cursor in het veld achter het laatste
teken in de reeks wordt geplaatst en u
drukt vervolgens opnieuw op [A] (of de
sneltoets die u in stap 4 heeft
geselecteerd). De tekenreeks wordt
opgeslagen en toegewezen aan de
geselecteerde sneltoets.
Indien gewenst selecteert u een volgende
sneltoets en herhaal de bovenstaande
procedure.