4
Operatie
4.1 Activeer de lader
Sluit de stroomonderbreker die de lader van stroom voorziet en wacht tot de
stroomvoorziening op gang komt. Er wordt een reeks zelfcontroles gestart om te controleren
of de lader correct en veilig werkt. Als een herstelbare fout wordt gedetecteerd, brandt de
laad-LED oranje; als de fout niet kan worden hersteld, brandt deze rood.
Waarschuwing
Wees voorzichtig als je met elektriciteit werkt.
4.2 Begin met opladen
Let op
Tijdens het laden mag de laadgreep niet worden losgekoppeld. Er bestaat gevaar voor
beschadiging van de houder van de lader of de connector van uw EV.
4.2.1
Kabel modellen
1.
Haal de laadgreep uit de houder van de lader.
2.
Steek de laadgreep in de laadpoort van je EV.
3.
Kies uit de volgende vier manieren om een oplaadsessie te beginnen:
—
Druk uw RFID-kaart op de RFID-lezer.
—
Gebruik de Autel Charge app door op Start te drukken in het Charge scherm.
—
Als u een oplaadschema hebt ingesteld in de Autel Charge app, start de lader
automatisch een oplaadsessie zoals gepland.
—
Als de Plug-and-charge functie is ingeschakeld in de Autel Charge app, begint de
lader automatisch met opladen zodra de laadgreep goed is aangesloten.
4.2.2
Socket/sluiter modellen
1.
Steek je laadgreep in de laadpoort van je EV en het stopcontact.
2.
Kies uit de volgende vier manieren om een oplaadsessie te beginnen:
—
Druk uw RFID-kaart op de RFID-lezer.
—
Gebruik de Autel Charge app door op Start te drukken in het Charge scherm.
—
Als u een oplaadschema heeft ingesteld in de Autel Charge app, start de lader
automatisch een oplaadsessie zoals gepland. (Gepland oplaadschema geval.)
33