Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Inbouwcondities - Endress+Hauser Flexdip CYA112 Bedieningsvoorschrift

Verberg thumbnails Zie ook voor Flexdip CYA112:
Inhoudsopgave

Advertenties

Flexdip CYA112
Endress+Hauser
3

Montage

3.1

Inbouwcondities

Kies de inbouwplaats zodanig, dat voldoende afstand tot vast ingebouwde componenten
bestaat en de sensor ook in bewegende toestand (bewegend medium) niet beschadigd kan
raken.
Bij de vaste inbouw moet het bevestigingspunt zodanig worden gekozen, dat een eenvoudige
toegang tot de armatuur (bediening, onderhoud) is gewaarborgd. De dompelbuis moet mini-
maal 100 mm (3,94") boven het bevestigingspunt uitsteken (zie afbeelding).
Fig. 1:
Bevestigingspunt (weergave zonder spatbeschermingskap)
De potentiaalvereffening moet ter plaatse worden uitgevoerd. Alle elektrisch geleidende
delen moeten onderling zijn verbonden.
Voor toepassing in Ex-omgeving:
• De armatuur moet aan de dompelbuiszijde geleidend met de betreffende houder/bevesti-
ging zijn verbonden.
• Bij bevestiging via een ketting en bevestigingsbeugel moet een afzonderlijke potentiaal-
vereffeningsleider naast de meetkabel mee worden geïnstalleerd.
• Bij sensoren met toegankelijke metalen oppervlakken moeten deze conform het bijbeho-
rende inbedrijfstellingsvoorschrift in de potentiaalvereffening worden opgenomen.
mm (inch)
Montage
a0011037
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave