De functie "Superfrost"
Wat gebeurt er bij het invrie-
zen van verse levensmidde-
len?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro-
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Hoe langzamer de levensmiddelen in-
vriezen, des meer vocht komt er uit ie-
dere cel vrij. Dit vocht komt in de tus-
senruimten terecht. De cellen gaan
krimpen. Wanneer de levensmiddelen
ontdooien komt slechts een deel van
het vocht dat eerder vrijkwam in de cel-
len terug. Praktisch betekent dit dat de
levensmiddelen veel vocht verliezen.
Dat ziet u aan de grote waterplas die
zich om de levensmiddelen vormt wan-
neer deze ontdooien.
Wanneer de levensmiddelen snel hele-
maal invriezen, heeft het vocht minder
tijd om uit de cellen vrij te komen en in
de tussenruimten terecht te komen. De
cellen krimpen veel minder. Wanneer
de levensmiddelen ontdooien kan de
kleine hoeveelheid vocht die vrijgeko-
men is naar de cellen terugkeren. Dat
betekent dat de levensmiddelen weinig
vocht verliezen. Er vormt zich slechts
een kleine waterplas om de levensmid-
delen wanneer deze ontdooien!
Het gebruik van de superfrost
Met behulp van de functie "Superfrost"
kunt u verse levensmiddelen optimaal
invriezen. De superfrost moet u al vóór
het invriezen van verse levensmiddelen
inschakelen.
De superfrost schakelt u dus niet in:
De functie "Superfrost"
– wanneer u reeds ingevroren levens-
middelen in het apparaat legt;
– wanneer u er dagelijks slechts max.
2 kg verse levensmiddelen in legt.
Het inschakelen van de superfrost
De superfrost moet u inschakelen 4 – 6
uur voordat u de in te vriezen levens-
middelen in het apparaat legt.
Wilt u gebruik maken van de maximale
vriescapaciteit, schakel de superfrost
dan 24 uur van te voren in.
Druk op de Superfrost - toets.
Daarna begint het controlelampje bo-
ven deze toets te branden.
De temperatuur in het apparaat daalt
doordat de koelcapaciteit van het appa-
raat maximaal is.
Het uitschakelen van de superfrost
De superfrost wordt automatisch na ca.
50 uur uitgeschakeld.
Het controlelampje gaat uit en de koel-
capaciteit van het apparaat is weer nor-
maal.
Om energie te besparen kunt u de su-
perfrost zelf uitschakelen, zodra in de
diepvrieszone een constante tempera-
tuur van minstens -18 °C is bereikt.
Druk op de Superfrost - toets.
Daarna gaat het controlelampje boven
deze toets uit.
De koelcapaciteit van het apparaat is
weer normaal.
15