De elektrische veiligheid van de
vrieskast is uitsluitend gegaran-
deerd als deze wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is geïn-
stalleerd.
Het is zeer belangrijk dat aan deze fun-
damentele veiligheidsvoorwaarde is
voldaan. Laat de huisinstallatie bij twij-
fel door een vakman controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die is
ontstaan door een ontbrekende of be-
schadigde aarddraad (bijv. een elektri-
sche schok).
Een veilig gebruik van de vrieskast
is alleen dan gegarandeerd, wan-
neer het apparaat wordt gemonteerd
en aangesloten volgens de instructies
die in de gebruiksaanwijzing staan.
Installatie- en onderhoudswerk-
zaamheden als ook reparaties mo-
gen alleen door erkende vakmensen
worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde installatie-
en onderhoudswerkzaamheden, als
ook ondeskundig uitgevoerde repara-
ties kunnen groot gevaar opleveren
voor de gebruiker waarvoor de fabri-
kant niet aansprakelijk kan worden ge-
steld.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op de vrieskast als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De vrieskast mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge-
bruik van het apparaat niet worden ge-
waarborgd in verband met het gevaar
voor oververhitting.
Gebruik
Raak ingevroren levensmiddelen
niet met natte handen aan.
Als u dat doet zouden uw handen vast
kunnen vriezen en zou u zich kunnen
verwonden.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral
waterijsjes, nooit meteen nadat u
ze uit de vrieskast heeft gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van
deze producten zouden uw lippen en
tong kunnen vastvriezen en zou u zich
kunnen verwonden.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooi-
de levensmiddelen niet opnieuw
in. Bereid deze levensmiddelen zo snel
mogelijk omdat ze anders aan voe-
dingswaarde verliezen en bederven.
Ontdooide levensmiddelen die al ge-
kookt en gebraden zijn kunnen wel
opnieuw worden ingevroren.
Bewaar geen stoffen in de vries-
kast die drijfgassen of andere ver-
stuivingsmiddelen bevatten.
Wanneer de thermostaat wordt inge-
schakeld kunnen vonken ontstaan.
Deze kunnen licht ontvlambare produc-
ten tot explosie brengen.
7