Montage
Spoelaansluitingen
De servicekameraansluitingen make het spoelen van de kamer mogelijk (inclusief de sensor)
met water of een reinigingsoplossing. Het drukverschil tussen het afdichtingswater en het
proces mag niet meer worden dan 6 bar (87 psi).
De afdichtingswaterdruk mag niet hoger worden dan 8 bar (116 psi) in handmatige modus en
16 bar (232 psi) in pneumatische modus.
Installeer een drukreduceer bovenstrooms indien de waterdruk de gespecificeerde
afdichtingswaterdruk zou kunnen overschrijden (8 bar (116 psi) of 16 bar (232 psi)).
LET OP
Drukverschil te hoog tussen proces- en afvalwatersysteem of wanneer
spoelaansluitingen niet correct zijn aangesloten.
Schade aan de afdichtingen
‣
Sluit spoelaansluitingen.
‣
Pijpspoelaansluitingen.
‣
Gebruik de afdichtingswaterfunctie.
Toekenning van spoelaansluitingen
In de standaard en dompelkamerversie, zijn de inlaat en de uitlaat van de servicekamer vast.
De uitlaat van de servicekamer bevindt zich onder het lekgat. Het lekgat is afgedicht met een
M5 schroef.
19
Aansluiting van servicekamer in de dompelkamerversie
1
Servicekamer
2
Servicekamer inlaat, IN
3
Lekkageopening
4
Servicekamer uitlaat, OUT
Lekkageopening, M5 schroefdraad, optionele aansluiting moet worden geleverd door de
klant
Gebruikt voor visuele inspectie.
Wanneer medium lekt:
1.
Schakel het proces uit
26
2
1
3
4
Cleanfit CPA871
A0029621
Endress+Hauser