Apparaten zonder display met tekstweergave
in de gebruiksaanwijzing van
de kookplaat.
Als het aanmelden lukt, brandt „3"
constant.
^
Bevestig de aanmelding met
de „
" - toets van de uitloop-
tijdfunctie.
Alle controlelampjes gaan uit.
^
Bevestig de aanmelding van
de kookplaat als deze is aan-
gemeld.
Gebeurt dit niet binnen 4 minuten,
dan wordt de kookplaat niet aan-
gemeld.
Komt de communicatie tussen af-
zuigkap en kookplaat niet tot
stand, hoewel ze zijn aangemeld,
dan moeten beide apparaten
eerst worden afgemeld en daarna
opnieuw aangemeld.
Afmelden
^
Schakel de afzuiging en de
kookplaatverlichting uit.
^
Druk ca. 15 seconden op de
„
" - toets van de uitlooptijd-
functie, totdat het eerste lamp-
je van het afzuigvermogen
gaat branden.
^
Druk daarna achter elkaar:
‒ op de „–" toets of de „1"
sensortoets,
1
Bij apparaten met bediening via de
sensortoetsen
26
Is Con@ctivity geactiveerd, dan
branden de controlelampjes van
de vermogensstanden „2" en „3"
constant.
^
Als de afmelding lukt, knipperen
de controlelampjes van de ver-
mogensstanden „2" en „3" tegelijk.
^
Alle controlelampjes gaan uit.
Aan-/Afmelds tatus c ontroleren
^
^
^
1
-
2
Bij apparaten met extra indirecte
verlichting de rechter van de 2 „n" -
toetsen
‒ op de „+" toets of op de
1
„IS"
- sensortoets,
‒ op de „n" - toets voor de
kookplaatverlichting
Druk op de „–" toets om
Con@ctivity te deactiveren.
Bevestig de afmelding binnen
4 minuten met de „
van de uitlooptijdfunctie.
Schakel de afzuiging en de
kookplaatverlichting uit.
Druk ca. 10 seconden op de
„
" - toets van de uitlooptijd-
functie, totdat het eerste con-
trolelampje van het afzuigver-
mogen gaat branden.
Druk daarna achter elkaar:
‒ op de „–" toets of op de „1"-
sensortoets,
‒ op de „+" toets of op de
1
„IS"
- sensortoets,
2
" - toets