STROOMTOEVOER
Aansluitenophetstroomnet
Controleer of de vermelde netspanning op het ty-
peplaatje (aan de onderkant van het apparaat)
overeenstemt met de plaatselijke netspanning. Is
dit niet het geval, neem dan contact op met uw
gespecialiseerde dealer.
1
Steek het bijgeleverde netsnoer in de
aansluiting op het toestel.
2
Steek de stekker van het netsnoer in het stop-
contact (230V ~ , 50/60 Hz).
Opmerking:
Indien het apparaat batterijen bevat worden
7
deze automatisch uitgeschakeld tijdens
aansluiting op het stroomnet.
Waarschuwing:
Het toestel wordt met de stroomkabel op
7
het lichtnet aangesloten. Trek de stekker van
de stroomkabel uit het stopcontact als u het
toestel volledig van het lichtnet wilt scheiden.
Trek de stekker uit het stopcontact om het
7
apparaat van het stroomnet te halen. Zorg
ervoor dat de netstekker tijdens de werking
gemakkelijk toegankelijk is en niet wordt ge-
hinderd door andere voorwerpen.
Batterijwerking
U kunt het apparaat ook gebruiken met stan-
daard batterijen (niet meegeleverd). In dit geval
dient u het netsnoer af te sluiten.
1
Open het batterijvak met een druk op het ge-
markeerde gebied en druk het deksel zijde-
lings.
2
Plaats vier batterijen (4 x 1,5V, type IEC, AM
2, LR 14, maat C) overeenkomstig de polen zo-
als gemarkeerd op het batterijvak.
3
Sluit het batterijvak.
6
NEDERLANDS
_______________________________________________
Opmerkingen:
Stel de batterijen niet bloot aan extreme
7
hitte, zoals rechtstreeks zonlicht, verwarm-
ingstoestellen of vuur.
Verwijder de batterijen als ze leeg zijn of als
7
u het toestel langere tijd niet gebruikt. Als de
batterijen bijna leeg zijn verschijnt een bat-
»AC ~
«-
terijsymbool en knippert dit in het display.
Deze functie werkt niet als de stroomkabel
op het apparaat is aangesloten.
We kunnen niet aansprakelijk gesteld wor-
7
den voor schade voortkomend uit lekkende
batterijen.
Milieutechnischeaantekening:
Batterijen, met inbegrip van de batterijen
7
die geen zware metalen bevatten, mogen
niet bij het normale huisvuil worden wegge-
gooid. Ontdoe u gaarne op een milieuvrien-
delijke manier van uw gebruikte batterijen.
Raadpleeg de wettelijke voorschriften die
van toepassing zijn in uw gebied.
Extrabatterijenaanbrengen
Bij de netvoeding zorgen de hulpbatterijen er-
voor dat in het geval van een stroomuitval of
als u kort de stekker uit het stopcontact trekt, de
opgeslagen instellingen behouden blijven.
1
Open het batterijvak met een druk op het ge-
markeerde gebied en druk het deksel zijde-
lings.
2
Let bij het plaatsen van de batterijen (type Mi-
gnon, 2 x 1,5V/AM 3/LR 06, matt AA) in het
kleine vak op de polen, die onderin het vakje
aangegeven zijn.
3
Sluit het batterijvak.
Opmerking:
Als er geen hoofdbatterijen zijn aangebracht
7
en het apparaat niet op het net is aangeslo-
ten, heeft u 10 seconden de tijd om de extra
batte rijen te vervangen.