Figuur 28
1. Gaspedaal
2. Slijtagegevoelige plek
WAARSCHUWING
Een versleten of beschadigd gaspedaal
kan breken en een stuk van het gaspedaal
kan worden uitgeworpen in de richting van
de gebruiker of omstanders en zo ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
• Controleer het gaspedaal regelmatig op
slijtage of beschadigingen.
• Vervang een versleten of beschadigd
gaspedaal.
Het maaimes verwijderen
1.
Pak het uiteinde van het mes vast met een lap
of een dikke handschoen.
2.
Verwijder de mesbout, de klemring, de versneller
en het mes
(Figuur
Het maaimes slijpen
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Het
mes slijpen of vervangen. Voer
dit onderhoud vaker uit in ruwe of
zanderige maaiomstandigheden:
hierbij wordt de rand namelijk sneller
bot.
Vijl de bovenkant van het mes bij, zodat de
oorspronkelijke snijhoek
snijkantradius
(Figuur
29B) gehandhaafd blijven. Het
mes blijft in balans als u evenveel materiaal weghaalt
van beide snijkanten.
Figuur 29
1. Slijp het mes alleen onder
deze hoek.
3. Lip
4. Gevormde scheur
27).
(Figuur
29A) en binnenste
2. Behoud hier de
oorspronkelijke radius.
Balanceren van het mes
1.
Controleer de balans van het mes door de
opening in het midden van het mes boven een
spijker of de steel van een schroevendraaier te
houden, die horizontaal in een bankschroef is
geklemd
g027496
Opmerking:
met behulp van een voor commerciële
doeleinden vervaardigde mesbalans.
2.
Als één van de uiteinden van het mes omlaag
draait, vijlt u aan die kant materiaal weg (niet
van de snijrand of het uiteinde bij de snijrand)
tot het mes in evenwicht blijft.
Het maaimes monteren
1.
Monteer een scherp, gebalanceerd Toro-mes,
de versneller, de klemring en de mesbout. De
vleugel van het mes moet naar de bovenkant
van de maaikast wijzen om het mes op de juist
wijze te monteren.
Opmerking:
torsie van 82 N·m.
WAARSCHUWING
Als u de maaimachine zonder versneller
gebruikt, kan het mes verbuigen,
kromtrekken of breken. Hierdoor kan
ernstig of zelfs dodelijk letsel worden
toegebracht aan u of aan omstanders.
Gebruik de machine nooit zonder dat de
versneller is geplaatst.
2.
Zet de maaimachine terug in de bedrijfsstand.
Ruimte onder de
drijfriemkap reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsu-
g002279
1.
Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
28
(Figuur
30).
Figuur 30
U kunt de balans ook controleren
Draai de mesbout vast met een
ren—Verwijder maaisel en vuil
van onder de drijfriemkap.
g002280