VÓÓR HET BEGIN VAN HET WERK
Controleren en bijvullen van de motorolie
–
Voer de volgende procedure uit bij koude motor.
–
Houd de motor horizontaal, verwijder de oliepeilstok en controleer of het oliepeil tussen de bovenste en onderste merktekens staat.
Als het oliepeil zo laag staat dat alleen de punt van de peilstok de olie raakt, ook wanneer de oliepeilstok in het motorblok is gestoken zonder
deze vast te draaien (zie afb. 1), vult u via de olievulopening nieuwe olie bij (zie afb. 2).
–
Ter informatie, na ongeveer iedere 10 bedrijfsuren moet olie worden bijgevuld (10 keer of 10 tanks met bijgevulde olie).
Als de olie door vuil van kleur is veranderd, ververst u de vuile olie door nieuwe. (Raadpleeg pagina 86 voor informatie over het
verversingsinterval en de verversingsprocedure.)
Aanbevolen olie: SAE 10W-30 olie van API-classificatie, SF-klasse of beter (4-taktmotorolie voor auto's)
Hoeveelheid olie: Ongeveer 0,08 liter
OPMERKING: Als de motor niet horizontaal wordt gehouden, kan de olie binnenin de motor terechtkomen en te veel worden bijgevuld.
Als de olie tot boven het bovenste merkteken wordt bijgevuld, kan de olie gemorst worden en vlam vatten waarbij witte rook
vrijkomt.
Tip 1 bij het verversen van de olie: "Oliepeilstok"
–
Verwijder stof of vuil rondom de olievulopening en draai de oliepeilstok eruit.
–
Zorg ervoor dat geen zand of stof op de oliepeilstok komt. Als dit toch gebeurt, kan het zand of stof dat aan de oliepeilstok kleeft leiden tot
een onregelmatige oliecirculatie of slijtage van de motoronderdelen, waardoor storingen kunnen ontstaan.
–
Een manier om de oliepeilstok schoon te houden is om de draaiknop van de oliepeilstok in de motorafdekking te steken, zoals
aangegeven in afbeelding 3.
Als de olie alleen
rond de punt zit,
vul olie bij.
Afb. 1
(1) Houd de motor horizontaal en draai de oliepeilstok eruit.
(2) Vul de olie bij tot aan de rand van de olievulopening. (Zie afb. 2.)
Vul olie bij vanuit een olievulfles.
(3) Draai de oliepeilstok stevig vast. Bij onvoldoende vastdraaien kan olie eruit
lekken.
Bovengrens
(rand van de
olievulopening)
Afb. 2
81
Oliepeilstok
Afb. 3