Basisfuncties
De PIN gebruiken
Uw PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer) beschermt de SIM-kaart tegen
ongeoorloofd gebruik. Als u PIN activeert, wordt u telkens als u de telefoon aanzet
gevraagd uw PIN in te voeren.
De PIN2 beheert beveiliging voor het Vaste nummers-geheugen en
Gesprekskostenregistratie.
PIN activeren/blokkeren
Vanaf de Standby-standdruk op B 83 om naar het PIN menu te gaan
1
Druk op B om de PIN te activeren/blokkeren
2
Voer het PIN nummer B in
3
Trilalarm instellen
Als u het trilalarm hebt ingeschakeld, trilt de telefoon wanneer er een gesprek
binnenkomt. Als u het trilalarm inschakelt, wordt het belvolume uitgeschakeld. Als u
echter het belvolume afstelt nadat u het trilalarm hebt ingeschakeld, dan belt en trilt
de telefoon wanneer er een gesprek binnenkomt.
Vanaf de Standby-stand:
Houd # ingedrukt om het trilalarm aan of uit te zetten.
Zodra u het trilalarm hebt ingeschakeld, trilt de telefoon
heel even.
Bel- en toetsvolume
instellen
U kunt het belvolume en het toetsvolume op dezelfde manier wijzigen. Wanneer u
het belvolume hoger instelt dan het maximale volume, dan wordt er een steeds
hardere beltoon ingesteld. Als u het belvolume uitschakelt, wordt het pictogram voor
stil alarm ([) op het display weergegeven.
Vanaf de Standby-standdruk op B 52 om naar het Tonenmenu te
1
gaan
Gebruik e om Belvolume of Toetsvolume te selecteren en druk op B
2
Gebruik e om Parameters te selecteren en druk op B
3
10