Meestal kunt u met de pen een item kiezen om het te selecteren
of te wijzigen, bijvoorbeeld:
•
de programma-iconen, om een toepassing te openen;
•
de optie-iconen, voor "snelkoppelingen" naar
systeemfuncties, bijvoorbeeld de menubalk, Infrarood,
knippen en plakken, in- en uitzoomen.
Opmerking: Als het scherm niet reageert op het aanraken, dient
u het mogelijk opnieuw te kalibreren. Hiervoor opent u de icoon
Scherm
in het Configuratiescherm.
Voor de meeste taken die u met de pen kunt uitvoeren, is er ook
een toetsencombinatie beschikbaar, zodat u kunt kiezen of u de
pen, het toetsenbord of beide methoden gebruikt.
De eerste stappen
De eerste stappen
De eerste stappen
De eerste stappen
De eerste stappen
Wanneer u de Series 5 voor het eerst inschakelt, verschijnt het
System-scherm. Dat is het "bureaublad" waarop u uw bestanden
en mappen kunt weergeven en instellingen die de werking van
de Series 5 regelen, kunt wijzigen.
•
Alle gegevens die u invoert in de Series 5 bevinden zich in
bestanden. De naam ervan wordt weergegeven in het
System-scherm naast iconen die de programma's
voorstellen waarin ze zijn gemaakt.
•
Alle bestanden worden opgeslagen in mappen. Wanneer u
voor het eerst met de Series 5 werkt, verschijnt de inhoud
van de map 'Documenten'.
•
Op de "titelbalk" van het System-scherm is vermeld welke
map op dat ogenblik op het scherm is weergegeven.
Wanneer u de machine start, bevindt u zich in de map
'Documenten' op de (interne) "C-disk".
U kunt net zoveel mappen maken als u maar wilt, en u kunt
mappen in andere mappen maken en opslaan. Mappen kunnen
bestanden bevatten die in verschillende programma's zijn
gemaakt (en hoeven dus niet noodzakelijk alleen bestanden van
één programma te bevatten). Raadpleeg het hoofdstuk
'Bestanden, mappen en programma's' voor meer informatie over
het beheer van bestanden en mappen.
Aan de slag
10