Geeft aan dat er functies beschikbaar zijn in het menu.
Geeft aan dat er functies beschikbaar zijn via het menu.
Selecteert de gekozen functie.
Een gemiste oproep (niet beantwoord) is niet gelezen.
Start een een interne oproep.
(INT)
Terugkeren naar het vorige menuniveau (kort indrukken) of het toestel in
stand-by schakelen (lang indrukken).
Wist een karakter, stopt het alarm, schakelt de beltoon tijdens een oproep uit
of keert terug naar het vorige menu.
4 – Omschrijving van het numerieke toetsenbord
Voor sommige functies, zoals het telefoonboek, dient u het alfanumerieke toetsenbord
te gebruiken. Het toetsenbord schakelt automatisch naar de alfanumerieke modus
wanneer u een van deze functies gebruikt.
Om een letter te typen, drukt u op de betreffende toets totdat de letter op het scherm
verschijnt.
Voorbeelden:
Om een "A" in te voeren, drukt u eenmaal op 2.
-
Om een "B" in te voeren, drukt u tweemaal op 2.
-
Om een "A" en daarna een "B" in te voeren, voert u eerst de "A" in, wacht u
-
vervolgens totdat de cursor zich naar het volgende karakter heeft verplaatst, en
voert u ten slotte de "B" in.
Voor een spatie drukt eenmaal op de toets 1.
-
Toetsen
Eenmaal
drukken
1
SPATIE
2
3
4
5
6
7
8
9
0
Opmerking: U kunt speciale karakters invoeren met de toetsen * en #.
Tweemaal
drukken
-
A
B
D
E
G
H
J
K
M
N
P
Q
T
U
W
X
0
Driemaal
drukken
1
C
F
I
L
O
R
V
Y
10
Viermaal
Vijfmaal
drukken
drukken
2
3
4
5
6
S
8
Z
7
9