VASTHOUDEN VAN DE CAMERA
;;;
;;;
;;;
OPMERKINGEN
Houd tijdens een opname niets voor de lens. Als u uw vingers, uw haar of de camerariem voor de
lens, de belichtingssensor of de autofocusvensters houdt, dan kan dat uw opnamen bederven.
Maakt u opnamen in verticaal formaat, houdt dan de flitser boven.
[ 14 ]
;;;
;;
;; ;; ;; ;;
;;;
;;;
;;;
Houd de camera, om bewegen ervan te voorkomen,
stevig vast, zeker bij langere brandpuntsafstanden
(Tele).
Houd de camerariem rond de pols geslagen.
Druk bij horizontale opnamen beide ellebogen, en bij
een verticale opname één elleboog, in de zij.
Druk bij het fotograferen het oog tegen de zoeker. Zo
bent u verzekerd van een juiste inkadering. Zorg
ervoor dat u alle vier de zijden van het zoekerbeeld
ziet bij het maken van de beeldcompositie.