h) Continuïteitstest
Controleer dat er op alle te meten schakelonderdelen, schakelin-
gen en bouwelementen evenals andere meetobjecten absoluut
geen spanning staat en deze ontladen zijn.
• Zet de DMM aan en selecteer de meetfunctie . Op het display verschijnt het
symbool voor de eenheid "Ohm".
• Druk 1x op de knop "MODE" om de meetfunctie om te schakelen. Het symbool
voor continuïteitstest verschijnt. Door nogmaals op de knop te drukken scha-
kelt u door naar de volgende meetfunctie, etc.
• Steek de rode meetkabel in de V-meetbus (K) en de zwarte meetkabel in de
COM-meetbus (I).
• Als continuïteit wordt een meetwaarde <50 Ohm herkend en u hoort een ge-
luidssignaal. Het meetbereik loopt tot 600 Ohm.
• Het meetbereik is overschreden of de stroomkring is onderbroken als het dis-
play "OL" (voor overload) weergeeft.
• Verwijder na het meten de meetkabels van het te meten object en zet de DMM
uit.
i) Diodetest
Controleer dat er op alle te meten schakelonderdelen, schakelin-
gen en bouwelementen evenals andere meetobjecten absoluut
geen spanning staat en deze ontladen zijn.
• Zet de DMM aan en selecteer de meetfunctie
• Druk 1x op de knop "MODE" om de meetfunctie om te schakelen. Op het dis-
play verschijnt het symbool voor de diodetest en het symbool voor de eenheid
"V". Door nogmaals op de knop te drukken schakelt u door naar de volgende
meetfunctie, etc.
• Steek de rode meetkabel in de V-meetbus (K) en de zwarte meetkabel in de
COM-meetbus (I).
• Controleer de meetkabels op geleiding door de twee meetpunten met elkaar
te verbinden. Vervolgens moet zich een meetwaarde van ca. 0,000 V instellen.
• Sluit de beide meetpunten aan op het meetobject (diode).
• Het display toont de doorlaatspanning "UF" in Volt (V). Als het display "OL"
weergeeft, wordt de diode in de omgekeerde richting (UR) gemeten of is de
diode defect (onderbroken). Voer ter controle nog een meting met omgekeerde
polen uit.
• Verwijder na het meten de meetkabels van het te meten object en zet de DMM
uit.
110
. Het display geeft "nF" weer.