Veiligheidsvoorzieningen
VOORZICHTIG
De veiligheidsvoorzieningen van het apparaat
►
mogen niet worden gewijzigd of omzeild. Ze
dienen voor de veiligheid van de gebruiker.
Veiligheidsvoorzieningen dienen om de gebruiker te beschermen en
mogen niet uitgeschakeld of omzeild worden.
Drukschakelaar
Met de drukschakelaar start u het sproeien van de lagedrukstraal.
Bij het loslaten van de hendel stopt de lagedrukstraal.
Apparaatschakelaar
De apparaatschakelaar dient om het apparaat te beveiligen tegen onbe-
doeld inschakelen.
Motorbeveiligingsschakelaar
Wanneer het stroomverbruik te hoog wordt voor het apparaat, wordt het
uitgeschakeld.
Vóór de ingebruikname
Apparaat gebruiken met 12 V-aansluiting
WAARSCHUWING!
►
Het stroomcircuit van uw auto moet compatibel zijn met het aange-
sloten apparaat.
►
Raadpleeg zo nodig het handboek van uw auto (sigarettenaansteker).
♦
Haal de klep van de oplaadaansluiting
♦
Verbind het uiteinde van de 12 V-kabel
van het apparaat.
♦
Verbind de 12 V-aansluitstekker
Dit is in de regel de sigarettenaanstekeraansluiting in het dashboard
van uw auto. Veel voertuigen hebben een tweede aansluiting bij de
achterbank of in de kofferbak. De rode LED op de 12 V-aansluitstekker
gaat branden.
10a
♦
U kunt het apparaat nu via de 12 V-aansluiting gebruiken. Houd er
rekening mee dat de accu daarbij niet wordt opgeladen.
♦
Haal de 12 V-aansluitstekker
u het apparaat niet meer wilt gebruiken.
♦
Haal de 12 V-kabel
uit de 12 V-aansluiting
♦
Sluit de 12 V-aansluiting
sluiting
.
Accu opladen met netvoedingsadapter
OPMERKING
►
Tijdens het opladen brandt de status-LED
►
Wanneer de accu volledig is opgeladen, brandt de status-LED
groen.
►
Volledig opladen van de lege accu duurt ongeveer 1 uur.
♦
Haal de klep van de oplaadaansluiting
♦
Verbind het kabeluiteinde van de netvoedingsadapter
oplaadaansluiting van de netvoedingsadapter
♦
Steek de netvoedingsadapter
PDR 12 A1
af.
met de 12 V-aansluiting
met een passende aansluiting.
10a
uit de sigarettenaansteker wanneer
10a
.
weer af met de klep van de oplaadaan-
rood.
af.
met de
.
5a
in een stopcontact.
♦
Haal de netvoedingsadapter
aansluiting van de netvoedingsadapter
opgeladen.
♦
Sluit de oplaadaansluiting weer af met de klep
Waterreservoir vullen
♦
Draai het waterreservoir
in de richting van de aangegeven markering
Open , tot u het waterreservoir
kunt afnemen. Houd daarbij de basis met één hand vast, om voor
voldoende tegendruk te zorgen.
♦
Open het deksel
van het waterreservoir
onder een waterkraan. Let er daarbij op dat u de markering 5 L niet
overschrijdt.
OPMERKING
►
Het waterreservoir
heeft een capaciteit van 5 liter.
►
Vul het waterreservoir
alleen met schoon water.
►
Open het deksel
niet terwijl het apparaat in werking is.
♦
Sluit het deksel
van het waterreservoir
♦
Plaats het waterreservoir
in de richting van de Close markering op de basis
servoir
het vastklikt. Houd daarbij de basis met één hand vast, om voor vol-
doende tegendruk te zorgen. Let op: de I-markering van de basis
moet naar de I-markering van het waterreservoir
dit vastgeklikt is.
Gebruik
Apparaat inschakelen
LET OP!
►
Wanneer de vloeistofpomp 2 minuten werkt zonder vloeistof aan te
zuigen, loopt de pomp droog en raakt het apparaat beschadigd.
♦
Druk op de aan-/uitknop
status-LED
brandt groen. De vloeistofpomp bouwt druk op.
Apparaat uitschakelen
♦
Druk nogmaals op de aan-/uitknop
De status-LED
dooft.
Gebruik van het handsproeiapparaat
♦
Neem het handsproeiapparaat
♦
Richt het handsproeiapparaat
♦
Bedien de hendel
van het handsproeiapparaat
ingedrukt voor een continue lagedrukstraal.
♦
Laat de hendel
los om de lagedrukstraal te stoppen wanneer u
klaar bent met de reiniging.
OPMERKING
►
Waanneer de accu leeg is, knippert de status-LED
het apparaat uitgeschakeld.
►
Wanneer u de hendel
ca. 5 minuten lang niet bedient, gaat het
apparaat automatisch uit.
uit het stopcontact en uit de oplaad-
5a
zodra de accu volledig is
.
naar boven van de basis
. Vul het waterreservoir
.
weer op de basis
. Draai het waterre-
wijzen wanneer
om het apparaat in te schakelen. De
om het apparaat uit te schakelen.
uit zijn houder op de basis
op het te reinigen oppervlak.
en houd deze
rood en wordt
NL │ BE
│
21
, tot
.
■