Toewijzen van andere
apparatuur aan de
component-
keuzetoetsen
Aan ongebruikte
componentkeuzetoetsen kan een
andere component worden
toegekend.
Opmerkingen
• Als u een andere component toewijst
aan een componentkeuzetoets, komt
de instelling van het component-
codenummer te vervallen. Dit
componentcodenummer zal niet
terugkomen, ook al verwijdert u de
nieuw gekozen component en stelt u
de toets terug op de oorspronkelijke
component.
Om de oorspronkelijke
componentinstelling te gebruiken,
moet het componentcodenummer
opnieuw worden ingesteld (op blz. 8).
• Als u een andere component toewijst
aan de TV of AMP keuzetoets, zult u
de geluidssterkte voor het TV-toestel
of de versterker niet meer kunnen
regelen wanneer u instelt op een
andere component. (op blz. 13, 24)
• Indien u reeds
afstandsbedieningssignalen onder de
componentkeuzetoetsen hebt
geprogrammeerd met de leerfunctie,
kunt u geen andere componenten
toekennen aan de
componentkeuzetoetsen.
Voorbeeld: een CD-speler
toekennen aan de CBL/SAT toets
1
Druk op de SET (instel)
toets toets.
Alle componentkeuzetoetsen
gaan knipperen.
2
Druk op de component-
keuzetoets waaraan u een
nieuwe functie wilt
toewijzen.
De gekozen component-
keuzetoets licht op.
3
Houd de N weergavetoets
ingedrukt en druk op een
van de cijfertoetsen om in te
stellen op de nieuwe
component die u aan de
gekozen toets wilt
toewijzen.
Druk in dit geval op toets
nummer 5 om CD te kiezen.
1
De componentkeuzetoetsen
wijzigen als volgt en worden
toegekend
2
wanneer N wordt ingedrukt
3
wanneer N + 5 wordt
ingedrukt
wanneer de toetsen worden
losgelaten
+
wordt vervolgd.
27
NL