Opmerkingen
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en de % dempingstoets voor
bepaalde componenten een nieuw
signaal hebt overgenomen of
"aangeleerd", zal de bovenstaande
procedure de functie van de 2 +/–
volumetoetsen en de %
dempingstoets niet veranderen.
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en de % dempingstoets voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal hebt
overgenomen, zal dat nieuwe signaal
alleen worden doorgegeven wanneer
u voor de bediening van de TV of de
versterker (AMP) hebt gekozen. Bij
de bediening van andere
componenten zult u zonder probleem
wel het geluid van de TV of de
versterker (afhankelijk van de
bovenstaande instellingen) kunnen
regelen. Voor gebruik van het nieuw
aangeleerde signaal zult u elke toets
afzonderlijk moeten programmeren
voor elke te bedienen component,
met behulp van de aanleerfunctie (zie
blz. 15).
Uitvoeren van een
reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
Voor de SYSTEM CONTROL
toetsen kunt u een hele reeks
bedieningsfuncties achtereen
programmeren, om ingewikkelde
functies volautomatisch te starten
met een enkele toets.
Ook voor de meest algemene
dingen, zoals het afspelen van een
videoband, kan al een reeks
handelingen nodig zijn.
Bijvoorbeeld:
1 TV inschakelen.
2 Videorecorder inschakelen
(VCR)
3 Versterker inschakelen.
4 Ingangskeuzeschakelaar van de
versterker instellen op
VIDEO 1.
5 Ingangskeuzeschakelaar van
het TV-toestel instellen op
VIDEO.
6 Afspelen van de videoband.
Voor elk van de SYSTEM
CONTROL toetsen, 1, 2 en 3, kunt
u 16 achtereenvolgende
bedieningsfuncties
programmeren.
Een functie die werkt met 2
toetsen geldt hierbij als 2 stappen.
Indrukken van een component-
keuzetoets telt ook mee als 1 stap.
Als u een bedieningsreeks
programmeert voor een
component-keuzetoets (zie blz.
27), dan zal de uitvoering van de
geprogrammeerde functies pas
beginnen wanneer u de
component-keuzetoets langer dan
2 seconden ingedrukt houdt.
wordt vervolgd
NL
23