DISPENSER DP 30
INBEDRIJFSTELLING
A
Druk de pompontgrendelingsknop in om de pomp te openen.
B
De zwenkarm met geïntegreerde slangaansluiting gaat open.
C
Hang de slangenset zo in de betreffende slangaansluiting dat het uiteinde van de slangenset met de
insteekpunt de pomp verlaat in de richting van de achterkant van het apparaat. Controleer of de slang
goed vastzit.
D
Druk de zwenkarm met de ingezette slangenset naar beneden tot de zwenkarm zichzelf vergrendeld.
4
Steek de insteekpunt aan het uiteinde van de slangenset door de rubberen membraan van de afsluiter van de
fles met infiltratievloeistof en hang de fles aan het statief.
5
Open de rolregelklem van de slangenset tot hij niet meer verder kan.
6
Open het ontluchtingsventiel van de insteekpunt.
7
Sluit het besturingsapparaat op het stopcontact aan.
Controleer of de ingestelde bedrijfsspanning en de landspecifieke netspanning overeenkomen!
De zak met infiltratievloeistof kan maximaal 2 kg wegen. Zwaardere tassen kunnen ertoe leiden dat het
apparaat kantelt.
De infiltratievloeistofstroom wordt geregeld via de in Dispenser DP 30 geïntegreerde pomp. Laat daarom de
rolklem altijd maximaal open staan.
APPARAAT INSTELLEN
¬ Plaats de Dispenser DP 30 en alle benodigde accessoires en instrumenten op een vlakke, slipvrije ondergrond
en zorg ervoor dat u goed bij alle bedieningselementen kunt.
¬ Laat het werkbereik van het apparaat (inclusief de kabel) niet in gevaar komen door beperkende factoren.
¬ Het bedieningspaneel van het systeem en de fles met infiltratievloeistof moeten te allen tijde volledig zicht-
baar zijn.
¬ Er moet uitdrukkelijk voor worden gezorgd dat er geen voorwerpen op het pedaal kunnen vallen.
¬ De stekker aan de achterzijde van het apparaat moet te allen tijde bereikbaar zijn.
10
GEBRUIKSAANWIJZING
© NOUVAG AG • 31678 • V20230712 • All rights reserved