6
Stopbalk instellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Stel de stopbalk af om ervoor te zorgen dat het maaisel op
behoorlijke wijze wordt afgevoerd uit de omgeving van de
messenkooi. Ga als volgt te werk:
1. Draai de schroeven los waarmee de bovenbalk
(Figuur 12) is gemonteerd aan het maaidek.
1
g014643
Figuur 12
1. Stopbalk
2. Steek een voelermaat van 1 mm tussen de bovenzijde
van de messenkooi en de balk en draai de schroeven
vast. Zorg ervoor dat de afstand tussen de balk en de
messenkooi over de gehele lengte van de messenkooi
gelijk is.
Opmerking: De balk kan worden aangepast
om veranderingen in de gazonomstandigheden te
compenseren. De afstand tussen de balk en de
messenkooi moet worden verminderd als het gazon
uitzonderlijk droog is. Als het gazon vochtig is, moet
de afstand tussen de balk en de messenkooi echter
vergroot worden. De balk moet evenwijdig aan de
messenkooi zijn om de beste prestaties te verkrijgen en
worden ingesteld als de messenkooi is geslepen.
7
De doelplaat monteren
Geen onderdelen vereist
Procedure
Als u de maai-eenheid gaat gebruiken op een eFlex
tractie-eenheid, dient u de bijgeleverde montageplaat te
monteren zoals beschreven in de Gebruikershandleiding van
de eFlex tractie-eenheid. Als u de maai-eenheid gebruikt met
een benzinemodel, hebt u de doelplaat niet nodig. Als
u de maai-eenheid zowel op een benzinemodel als een
eFlex-machine gebruikt, kunt u de doelplaat monteren en
laten zitten, ongeacht met welke machine u de maai-eenheid
gebruikt.
9