Verschillende geluidsinstellingen aanpassen (bv. lage en hoge tonen/balans)
Stappen
1.
Druk op de HOMEknop en selecteer vervolgens
2.
Selecteer
[Geluid] → [Geluid] → de optie van uw keuze.
Beschikbare opties
[Doel Ingangen]
Past aangepaste geluidsinstellingen toe op de huidige ingang of op een gemeenschappelijk geheugen dat door andere ingangen wordt
gedeeld.
[Geluid Modus]
[Standaard]: optimaliseert de geluidskwaliteit voor algemene inhoud.
[Bioscoop]: optimaliseert het surroundgeluid voor films.
[Sport]: reproduceert realistische geluiden zoals in een stadion.
[Muziek]: biedt u dynamische en heldere klanken zoals op een concert.
[Spel]: verhoogt uw gameervaring met een uitmuntende geluidskwaliteit.
[Gecomprimeerde audio]: verbetert de geluidskwaliteit van audioinhoud die met een lage bitsnelheid gecomprimeerd is.
[Surround Effect]
Past het effect van het surroundgeluid aan.
Als [Geluid Modus] ingesteld is op [Bioscoop], [Sport], [Muziek] of [Spel], creëert een surroundgeluidstechnologie die ontwikkeld werd
door Sony een surroundgeluidsveld.
[Automatisch surround]
Stuurt automatisch 5.1surroundgeluid uit wanneer het tvtoestel een 5.1surroundgeluidssignaal ontvangt van een aangesloten
brontoestel.
[Geluidsversterker]
[Aan]: verbetert de hoge/lage tonen en zorgt voor een dynamisch geluid.
[Uit]: zorgt voor een natuurlijk geluid.
[Equalizer]
Past het geluid aan op basis van specifieke frequenties.
[Spraakzoom]
Benadrukt stem of omgevingsgeluiden.
[Live Football Mode]
U kunt bij sportevenementen het geluid van het publiek benadrukken, zodat het lijkt alsof u als toeschouwer op de tribune van het stadion
zit.
[Aan]: nadruk op het geluid van het publiek.
[Uit]: schakelt de functie uit.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, zijn andere geluidinstellingen, behalve [Geluidsversterker] en [Equalizer] uitgeschakeld.
Deze functie wordt uitgeschakeld wanneer een andere zender wordt gekozen, een ander inkomend signaal wordt gekozen of wanneer
het tvtoestel wordt uitgeschakeld.
[Geavanceerd Autom.Volume]
Compenseert automatisch voor het volumeniveau dat kan variëren naargelang het programma of de ingang.
[Uit]: schakelt de functie uit.
[Normaal]: normale modus.
[Nacht]: comprimeert het dynamische bereik voor een consistenter niveau tijdens het 's avonds bekijken van beelden.
[Volume offset]
Past het huidige volumeniveau aan op basis van andere ingangen wanneer [Doel Ingangen] op de huidige ingang is ingesteld.
[Balans]
Benadrukt geluid uit de linker of rechterluidspreker.
[Reset]
Reset de geselecteerde invoerinstellingen naar de initiële waarden.
[Instellingen].
100
Bovenkant pagina |
Meerdere instellingen configureren