Opmerkingen over schokbestendigheid, waterdichtheid
en stofdichtheid
Laat de camera niet vallen, sla de camera niet tegen een hard voorwerp zoals een rots, of
gooi de camera niet op het wateroppervlak.
Stel de camera niet bloot aan schokken wanneer u deze onder water gebruikt.
- Stel de camera niet bloot aan waterdruk door hem in een stroomversnelling of onder
een waterval te houden.
- Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 10 m onder water.
- Laat de camera onder water niet vallen. Deze camera drijft niet in water.
Gebruik de camera niet continu gedurende 60 minuten of langer onder water.
Plaats geen natte geheugenkaart of accu in de camera.
- Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet wanneer de camera
of uw handen nat zijn. Daardoor kan er water in de camera binnensijpelen of kan de
camera gestoord raken.
Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet onder water.
Als vocht zoals waterdruppels zich op de
buitenzijde van de camera hecht of in het deksel
van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf, dient
u dit vocht onmiddellijk weg te vegen met een
zachte droge doek.
- Als een vreemde stof zich op de buitenzijde
van de camera hecht of in het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf, dient u
deze vreemde stof onmiddellijk te verwijderen
met een blazer of een zachte doek.
Laat de camera niet gedurende lange tijd achter
bij koude temperaturen of bij warme temperaturen van 40 °C of meer.
- Dit kan de waterdichtheid van de camera aantasten.
- Wanneer u de camera onder water gebruikt, moet het water een temperatuur van
0 °C tot 40 °C hebben.
Gebruik de camera niet in warmtebronnen.
Voor de camera onder water wordt gebruikt
Controleer de volgende zaken voor u de camera onder water gebruikt.
Controleer of er zich geen vreemde stoffen in het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf bevinden.
Controleer of de waterdichte pakking van het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf niet gebarsten of vervormd is.
- Controleer of de waterdichte pakking niet losgekomen is van de camera.
Controleer of het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf stevig gesloten is.
- Controleer of de ontgrendeling voor het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf in de stand LOCK staat (A2).
ix
Inleiding