Standaardoptie voor perforeren instellen
Als de printer over een afwerkeenheid beschikt, wordt met de optie voor perforeren de
standaardinstelling voor perforaties ingesteld. Voor alle afdrukopdrachten wordt dan de
standaardperforatieoptie gebruikt, tenzij er een andere optie wordt aangegeven door het
printerstuurprogramma wanneer de opdracht naar de printer wordt gestuurd.
Gebruik voor het selecteren van de standaardperforatieoptie een van de volgende opties:
■
Het bedieningspaneel van de printer
CentreWare IS
■
Via het bedieningspaneel
De standaardwaarde voor de optie Perforeren is Uit. De standaardwaarde voor perforeren via
het bedieningspaneel selecteren:
1.
Selecteer
Printerinstellingen
2.
Selecteer
Instellingen papierverwerking
3.
Ga naar
Perforaties
4.
Als er een perforator voor 2 of 4 gaatjes op uw afwerkeenheid is geïnstalleerd, selecteert u
of
2 gaatjes
4 gaatjes
5.
Als er een perforator voor 3 gaatjes op uw afwerkeenheid is geïnstalleerd, selecteert u
en drukt u op OK.
gaatjes
Via CentreWare IS
De standaardwaarde voor perforatie selecteren met behulp van CentreWare IS:
1.
Start uw webbrowser.
2.
Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres van de browser
(http://xxx.xxx.xxx.xxx).
3.
Klik op Properties (Eigenschappen).
4.
Selecteer General (Algemeen) op de linkerzijbalk en vervolgens Printer Defaults
(Standaardinstellingen printer).
5.
Selecteer On (Aan) in de keuzelijst Punch (Perforatie) om de optie voor perforeren in te
schakelen. Standaard is deze optie uitgeschakeld.
6.
Selecteer het betreffende aantal perforaties in de vervolgkeuzelijst Punch Holes
(Aantal gaatjes). Standaard is deze optie ingesteld op 3.
7.
Klik onderaan de pagina op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
en druk op OK.
en druk op OK.
en selecteer
of
, en druk dan op OK.
Aan
Uit
en drukt u op OK.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-17
Printerinstellingen
3