Gebruiksaanwijzing 2888
Valutaconversieberekeningen
U kunt een enkele valutaconversiekoers voor een snelle en gemakkelijke conversie
naar een andere valuta opslaan.
De standaardconversiekoers is x 0 (vermenigvuldig de ingevoerde waarde met 0)
=
waarbij x de vermenigvuldigbediening representeert en 0 de conversiekoers is.
Verzeker u ervan dat u de waarde naar de conversiekoers en het type bediening
(vermenigvuldigen of delen) dat u wilt gebruiken wijzigt.
De conversiekoers en het type bediening wijzigen
1. Houd terwijl in de rekenmachinefunctie het
Bedieningssymbool
valutaconversiescherm wordt getoond
terwijl de conversiekoers op het display begint te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm is
geselecteerd.
2. Gebruik het toetsenbord om de gewenste conversie-
koers en het gewenste bedieningstype ([x] of [+]) in te
Conversiekoers
voeren.
=
Druk om de getoonde conversiekoers naar nul te wissen op
3. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
De huidig ingestelde conversiekoers en bedieningstype wijzigen
1. Houd terwijl in de rekenmachinefunctie het huidige conversiescherm getoond wordt
ingedrukt totdat de conversiekoers begint te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm is geselecteerd.
=
Het instelscherm toont tevens de huidige ingestelde conversiekoers en het
ingestelde bedieningstype.
2. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
Een valutaconversieberekening uitvoeren
1. Gebruik terwijl in de rekenmachinefunctie het valutaconversiescherm wordt
getoond het toetsenbord om de waarde die u wilt converteren in te voeren.
2. Druk op [=PM] om het conversieresultaat te tonen.
3. Druk op
om het conversieresultaat te wissen.
E
Een
(error) indicator verschijnt op het display wanneer het resultaat van een
=
berekening 8 cijfers overschrijdt. Druk op
=
Wanneer u op [=PM] drukt terwijl een berekeningresultaat wordt getoond,
wordt de conversiekoers nogmaals op de getoonde waarde toegepast.
Het invoersignaal in- en uitschakelen
Elke keer dat u op een knop of toetsenbord-toets drukt, klinkt een invoersignaal.
U kunt het invoersignaal desgewenst ook uitschakelen.
=
De in de rekenmachinefunctie geselecteerde invoersignaal aan/uit-instelling wordt
in alle overige functies toegepast, behalve in de stopwatchfunctie.
Onthoud dat alarmsignalen blijven klinken, zelfs als het invoersignaal is uitgescha-
=
keld.
Het in- en uitschakelen van het invoersignaal
Houd terwijl in de rekenmachinefunctie het rekenmachi-
Signaal-uit-indicator
nescherm of het valutaconversiescherm wordt getoond
gedurende ongeveer twee seconden ingedrukt om
het invoersignaal in (signaal-uit-indicator niet getoond)
of uit (signaal-uit-indicator getoond) te wisselen.
Wanneer u
=
chinefunctiescherm ook.
=
De signaal-uit-indicator wordt in alle functies getoond
als het invoersignaal is uitgeschakeld.
Alarmen
U kunt vijf onafhankelijke multi-functie alarmen instellen
Alarmnummer
(uren, minuten, maand en dag). Wanneer een alarm is
Alarmtijd
ingeschakeld, klinkt het alarm wanneer de alarmtijd
bereikt wordt. Een van de alarmen kan als een wekalarm
of een eenmalig alarm worden ingeschakeld, terwijl de
andere vier alarmen eenmalige alarmen zijn. U kunt ook
een uursignaal inschakelen waarna het horloge elk heel
Tijdfunctie-tijd
uur twee keer een signaal geeft.
Alarmdatum
Er zijn vijf alarmschermen genummerd
=
Alarmscherm
Het uursignaalscherm wordt aangegeven door
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de alarmfunctie, die u selecteert door op
drukken.
Uursignaalscherm
Alarmtypes
Een alarmtype wordt bepaald door de instellingen die u maakt, zoals hieronder
beschreven.
=
Dagelijks alarm
Stel de uren en minuten voor de alarmtijd in. Door deze instelling klinkt het alarm elke
dag op de ingestelde tijd.
Datumalarm
=
Stel de maand, dag, uren en minuten voor de alarmtijd in. Door deze instelling klinkt
het alarm op de ingestelde tijd op de ingestelde datum.
=
1-Maand alarm
Stel de maand, uren en minuten voor de alarmtijd in. Door deze instelling klinkt het
alarm elke dag op de ingestelde tijd, alleen in de ingestelde maand.
=
Maandelijks alarm
Stel de dag, uren en minuten voor de alarmtijd in. Door deze instelling klinkt het alarm
elke maand op de ingestelde tijd, op de ingestelde dag.
Noot
De 12-uur/24-uur weergave bij de alarmtijd komt overeen met de door u in de
tijdfunctie geselecteerde weergave.
ingedrukt
.
om de error-indicator te wissen.
ingedrukt houdt wisselt het rekenma-
1
5
tot en met
.
:00
.
te
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie [+] en [÷] om door de
Alarmnummer
alarmschermen te bladeren totdat het alarm waarvoor
u de tijd wilt instellen, getoond wordt.
AM-indicator
Uren : Minuten
U kunt alarm
=
alarm instellen. Alarmen
uitsluitend als eenmalige alarmen gebruikt worden.
=
Het wekalarm wordt elke vijf minuten herhaald.
Maand – Dag
2. Houd nadat u een alarm heeft geselecteerd
ingedrukt totdat de uurinstelling van de alarmtijd
begint te knipperen, wat aangeeft dat het instel-
scherm is geselecteerd.
=
Door deze bediening wordt het alarm automatisch
ingeschakeld.
3. Gebruik het toetsenbord om de alarmtijd en alarmdatum in te voeren.
=
Elke keer dat u een nummer invoert, verplaatst het knipperen automatisch naar
rechts.
00
=
Stel
voor de maand en dag in om een alarm zonder maand en/of dag in te
stellen.
Druk wanneer u gebruik maakt van 12-uur weergave en de uur- en minutenin-
=
stelling knippert op [=PM] om tussen AM en PM te wisselen.
=
Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van 12-uur tijdweergave, let er dan
op dat u de tijd correct instelt als ochtendtijd (geen indicator) of middag/
avondtijd (P indicator).
4. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
=
Onthoud dat de maand- en daginstelling op het instelscherm als
als geen maand of dag is ingesteld. Op het alarmscherm wordt een niet
ingestelde maand echter als – en een niet ingestelde dag als - - getoond. Zie de
voorbeelddisplays bij "Een alarmtijd instellen".
Alarmbediening
Het alarm klinkt in alle functies op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10
seconden. In het geval van een wekalarm, wordt de alarmbediening elke vijf minuten,
in totaal 7 keer, uitgevoerd of totdat u het alarm uitschakelt of naar een eenmalig alarm
wijzigt.
=
Druk op een willekeurige knop of toets op het toetsenbord om het alarmsignaal te
stoppen.
=
Door tijdens een 5-minuten interval tussen wekalarmen een van de volgende
bedieningen uit te voeren, stopt de huidige wekalarmbediening.
Het tijdfunctie-instelscherm selecteren
1
Het alarm
instelscherm selecteren
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie
ingedrukt om het alarm te laten klinken.
=
Wanneer u op
drukt wijzigt de huidige alarm of aan/uit-instelling.
2
5
Alarmen
tot en met
in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmfunctie [+] en [÷] om een eenmalig
Uursignaal-
alarm (alarmnummer
aan-indicator
2. Druk op
schakelen.
=
De huidige aan/uit-status van alarmen
5
wordt door indicatoren onderaan de displays (al-2
tot en met al-5) getoond. De SIG indicator toont de
aan (SIG getoond) of uit (SIG niet getoond) status van
Alarm-2-aan-
Alarm-4-aan-
het uursignaal.
indicator
indicator
=
De alarm-aan-indicatoren en uursignaal-aan-indicator
worden in alle functies getoond.
Terwijl een alarm klinkt knippert de van toepassing
=
zijnde alarm-aan-indicator op het display.
1
Alarm
selecteren
1. Gebruik in de alarmfunctie [+] en [÷] om alarm
selecteren.
2. Druk op
door de mogelijke instellingen te bladeren.
Druk op
SNZ-
Alarm-1-aan-
S
indicator
indicator
Wekalarm aan
=
De SNZ indicator en de alarm
worden in alle functies getoond.
=
De SNZ indicator knippert gedurende de 5-minuten
intervallen tussen alarmen.
De alarm-indicator (al-1 en/of SNZ) knippert terwijl
=
het alarm klinkt.
Druk op [+]
Druk op [÷]
1
als een wekalarm of eenmalig
2
5
tot en met
kunnen
00
verschijnen
2
5
tot en met
) te selecteren.
om het getoonde alarm in of uit te
2
tot en met
1
te
om in de hieronder getoonde volgorde
SNZ indicator en alarm
aan indicator
N
Z
l a
1 -
l a
1 -
Alarm uit
Eenmalig
alarm aan
1
aan-indicator (al-)
3