2.3
Apparaten in explosieve zones
WAARSCHUWING
Ongeschikt apparaat voor explosieve zones
Explosiegevaar.
Gebruik uitsluitend uitrusting die is goedgekeurd voor gebruik in de beoogde explosieve zone en die van een
•
overeenkomstige aanduiding is voorzien.
3
Montage
GEVAAR
Explosiegevaar
Wanneer er een brandbare of ontvlambare atmosfeer heerst, mogen er in geen geval steekverbindingen worden
gescheiden of lampen en/of zekeringen worden vervangen, zolang het apparaat van spanning wordt voorzien.
ATEX zone 2
Voor apparaten (speciale varianten) die conform ATEX in de Ex-zone 2 worden gebruikt, geldt het volgende:
GEVAAR
Explosiegevaar
De gasanalysatoren ULTRAMAT 23 voor gebruik in Ex-zone 2 moeten in een afsluitbare behuizing worden geïnstalleerd.
Deze behuizing moet voldoen aan de eisen van EN 60079-7 en moet geschikt zijn voor alle omgevingsomstandigheden die
tijdens het gebruik kunnen optreden. Deze behuizing kan alleen worden geopend met een gereedschap (bijv. een sleutel).
De omgevingstemperatuur bedraagt 5 °C tot 45 °C.
Bovendien moet door geschikte maatregelen ervoor worden gezorgd dat
de vorming van explosieve gasmengsels in het binnenste van het apparaat niet boven het niveau van zone 2 komt
•
storingsinvloeden tot niet meer dan 40 % afwijking van de nominale spanning kunnen leiden.
•
u de apparaten max. in verontreinigingsgraad 2 opstelt.
•
de max. toelaatbare overspanningscategorie van categorie II is.
•
6
Beknopte bedrijfshandleiding voor ULTRAMAT 23
A5E38346973-001, 06/2016