Zo droogt u juist
Korte handleiding
De zinnen met een getal (A, B, C ...)
kan u gebruiken als een handleiding.
A De was voorbereiden
Maak het gewassen textiel luchtig en
sorteer het volgens . . .
. . . gewenste droogtegraad,
. . . vezel- en weefselsoort,
. . . gelijk formaat,
. . . dezelfde restvochtigheid na het
centrifugeren.
Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogre-
sultaat.
,
Verwijder wasmiddelkorfjes, do-
seerbekers e.d. uit het wasgoed.
Deze objecten kunnen tijdens het
drogen smelten en schade teweeg-
brengen aan toestel en wasgoed.
– Controleer zomen en naden, zodat er
geen voering kan uitvallen.
– Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht. Zo komen er geen
kleinere stukken wasgoed in terecht.
– Doe ritsen, haken en ogen dicht.
– Knoop rok-, broeksriemen en schort-
banden samen.
– Geloste bh-beugels kan u vastnaaien
of verwijderen.
B De droogautomaat inschakelen
^ Druk de toets aan/uit s in.
U kan het toestel ook na het laden in-
schakelen. Dan wordt de trommel even-
wel niet verlicht (stroombesparing).
C De droogautomaat laden
14
^ Druk op de toets Deur om de toestel-
deur te openen.
^ Leg het wasgoed losjes in de trom-
mel.
Hou rekening met de maximumla-
ding in de rubriek "Programmaover-
zicht".
Bij een overladen trommel wordt het
wasgoed niet zo behoedzaam be-
handeld en komt het droogresultaat
in het gedrang.
^ Kijk na of de pluizenzeef goed inge-
schoven zit voor u de deur sluit.
Laat bij het sluiten geen stukken
wasgoed tussen de deur geklemd
raken. Anders loopt het textiel scha-
de op.
^ Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht.
U kan ze ook laten aanleunen en
dichtdrukken.