i
Toepassingsvoorwaarden
◆ Gebruik de garagedeur alleen in droge ruimtes.
◆ De garagedeur moet gemakkelijk met de hand te
openen en sluiten zijn, hij mag niet klemmen.
i
Oneigenlijk gebruik
Door ondeskundige veranderingen aan de con-
structie bestaat er kans op letsel.
Breng geen structurele wijzigingen in de aandrijving,
de garagedeur of eventueel aanwezige veiligheidsvoor-
zieningen aan die afwijken van de maatregelen zoals
beschreven in deze handleiding. Dergelijke veranderin-
gen vormen een gevaar voor de veiligheid.
De garagedeur mag niet worden gebruikt:
◆ in bedrijven
◆ voor de aandrijving van andere objecten
◆ in continubedrijf
i
Toegestane soorten garagedeur
◆ Uitkantelende standaardkanteldeuren
◆ Sectionaaldeuren
De deuren moeten glad zijn en aan de eisen van de
volgende normen voldoen: EN 12453 en EN 12604.
i
Niet toegestane soorten garagedeur
Deuren die meer specifieke kantel- en draai-
bewegingen nodig hebben, mogen niet met
de TA70 garagedeuraandrijving worden
aangestuurd.
74
74
◆ Zorg ervoor dat de looprails op het plafond altijd
vrij zijn van vet en vuil. Vuile plafondlooprails kunnen
een goede werking bemoeilijken.
◆ Op de inbouwlocatie moet een stopcontact van
220 - 240 V/50 - 60 Hz aanwezig zijn.
Door een verkeerde montage bestaat kans
op letsel
Bewegende onderdelen van de garagedeur mogen nooit
in openbare voet- of fietspaden uitsteken
Voor schade veroorzaakt door een verkeerd of oneigen-
lijk gebruik is de fabrikant niet aansprakelijk (zie de
garantievoorwaarden).
Kanteldeuren
NL
D
Plafondsectionaal-
deuren
Niet uitkantelende
kanteldeur