TOERENTAL SELECTEREN
De modellen Sileo 100 en Sileo 125 hebben één toerental.
De modellen Sileo 150 en Sileo Max 150 hebben twee toerentallen.
Het vereiste toerental voor de basismodellen Sileo 150 en Sileo Max 150 en
de S-modellen wordt ingesteld bij de aansluiting op de netspanning.
Het vereiste toerental voor de modellen Sileo 150 , , ST, SH en IR wordt
ingesteld door de switches van de DIP-schakelaar op de printplaat in de juiste
stand te zetten (zie afb. 26 en tabel 4).
Gebruik hiervoor de meegeleverde kunststof schroevendraaier.
De modellen Sileo 150 T, ST en IR en Sileo
150 T, ST en IR hebben drie
gebruiksmodi, en de modellen Sileo 150 en SH en Sileo
150 en SH
hebben vijf gebruiksmodi:
Gebruiksmodus 1 (één toerental) De ventilator is standaard uitgeschakeld.
Na het activeren van de sensoren of het sluiten van de schakelaar wordt
de ventilator ingeschakeld en draait hij met toerental 1.
Gebruiksmodus 2 (twee toerentallen) De ventilator is standaard uitgeschakeld.
Na het activeren van de sensoren of het sluiten van de schakelaar wordt
de ventilator ingeschakeld en draait hij met toerental 2.
Gebruiksmodus 3 (twee toerentallen) De ventilator draait standaard met
toerental 1. Na het activeren van de sensoren of het sluiten van de schakelaar
schakelt de ventilator over naar toerental 2.
Gebruiksmodus 4 (twee toerentallen) De ventilator is standaard uitgeschakeld.
Na het sluiten van de schakelaar wordt de ventilator ingeschakeld en draait hij
met toerental 1. Na het activeren van de vochtsensor draait de ventilator met
toerental 2.
Gebruiksmodus 5 (twee toerentallen) De ventilator is standaard uitgeschakeld.
Na het activeren van de vochtsensor of het sluiten van de schakelaar wordt
de ventilator ingeschakeld en draai hij met toerental 1. Als de schakelaar of
vochtsensor geactiveerd wordt tijdens het draaien van de ventilator, schakelt hij
over naar toerental 2.
LET OP Standaard is gebruiksmodus 1 ingesteld.
13