6
Reiniging en onderhoud
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR REINIGING EN ONDERHOUD
Waarschuwing:
Reinig het apparaat en de vetfilters regelmatig. Gebeurt dit niet, dan kan brand ontstaan.
Voorzichtig:
Zorg dat het apparaat is uitgeschakeld en de netstekker uit het stopcontact is verwijderd.
Voorzichtig:
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of reinigingsmiddelen die alcohol bevatten.
HET APPARAAT REINIGEN
1. Reinig de binnenzijde en de buitenzijde van het apparaat. Gebruik heet water en een mild reinigingsmiddel.
2. Reinig het bedieningspaneel van het apparaat. Gebruik een vochtige doek.
HET VETFILTER REINIGEN
1. Open de kap van het apparaat.
2. Druk op de vergrendeling (A).
3. Ondersteun het vetfilter (B) en verwijder het uit het apparaat.
4. Reinig het vetfilter. Gebruik heet water en een mild reinigingsmiddel.
5. Reinig indien nodig het vetfilter in de vaatwasser. Gebruik een programma met een lage temperatuur.
Opmerking:
Het vetfilter kan na het reinigen verkleuren. Dit is normaal.
6. Controleer of het vetfilter droog is voordat u het plaatst.
HET KOOLSTOFFILTER VERVANGEN (OPTIONEEL)
Opmerking:
Vervang het koolstoffilter iedere 4 maanden.
Opmerking:
Deze procedure geldt uitsluitend als u het koolstoffilter in uw apparaat heeft geplaatst.
1. Verwijder het vetfilter.
2. Vervang het koolstoffilter (A) op het vetfilter (B).
3. Plaats het vetfilter.
DE LAMP VERVANGEN
Vereisten vooraf
•
Lamp 3 W LED GU10 (2x)
(Figuur 13)
(Figuur 14)
Nederlands
•
17