5.2 - Auto UIT
Met deze functie kan de belasting automatisch WORDEN UITGESCHAKELD wanneer de opgeslagen tijd voorbij is. De functie automatisch
UITSCHAKELEN is standaard uitgeschakeld. Ga als volgt te werk om de tijd voor automatisch UITSCHAKELEN in te stellen of de functie uit te
schakelen.
Tabel A12 - Automatisch UITSCHAKELEN instellen voor uitgang 1
01. Houd de programmeerknop ingedrukt (afb. 1).
02. Laat de programmeerdrukknop los (afb. 1) wanneer de LED groen brandt (4e stand).
03. Als u de automatische UITSCHAKELFUNCTIE wilt uitschakelen, wacht u 10 seconden, zodat de program-
meerprocedure automatisch wordt afgesloten.
04.
timer te starten.
05. Druk op de toets van de zender die verantwoordelijk is voor het dimmen VAN de eerste uitgang om de
timer te stoppen. De maximale tijd die kan worden ingesteld is 9 uur.
06. De tijd voor automatisch UITSCHAKELEN wordt opgeslagen en de programmeerprocedure wordt automa-
tisch afgesloten.
5.3 - Type aangesloten schakelaars
De regeleenheid maakt het mogelijk om momentschakelaars of wisselschakelaars aan te sluiten op S1- en S2-ingang. Standaard is het scha-
keltype ingesteld. Ga als volgt te werk om het type aangesloten schakelaar te wijzigen.
Tabel A13 - Het instellen van het type aangesloten schakelaars
01. Houd de programmeerknop ingedrukt.
02. Laat de programmeerknop los wanneer de LED paars brandt.
03. Druk op de toets van de zender die verantwoordelijk is voor het inschakelen om de instelling om te
schakelen, de LED informeert over de huidige instelling:
•
Vast wit – momentschakelaar
•
Knipperend wit – tuimelschakelaar
04. Na 10 seconden dat het apparaat geen signaal ontvangt, wordt de programmeerprocedure automatisch
afgesloten.
5.4 - Favoriet helderheidsniveau
deze functie te laten werken, moet de last worden gekalibreerd. Standaard is het favoriete helderheidsniveau ingesteld op 50%.
Ga als volgt te werk om een nieuw favoriet helderheidsniveau in te stellen.
Tabel A14 - Gedeeltelijke positie instellen
01. Houd de programmeerknop ingedrukt.
02. Laat de programmeerknop los wanneer de LED wit brandt.
03. Breng het licht op het gewenste helderheidsniveau
04. Sla de programmering op en sluit deze af door op de programmeerknop te drukken.
Als opgeslagen zenders en instellingen moeten worden gewist, gaat u verder zoals hieronder beschreven.
Tabel A15 - Zender uit geheugen verwijderen
01. Houd de programmeerknop ingedrukt.
02. Laat de programmeerknop los wanneer de LED geel brandt.
03. Druk op een willekeurige knop op de verworven zender om deze uit het geheugen te verwijderen.
04. De LED knippert 3 keer geel om te bevestigen dat deze correct is verwijderd.
05. Na 10 seconden dat het apparaat geen signaal ontvangt, wordt de programmeerprocedure automatisch
afgesloten.
Voorbeeld
> START
> STOP
Voorbeeld
>
en
of het eerste en derde kanaal. Om
Voorbeeld
Voorbeeld
/