Tabel A6 - Andere zenders onthouden met een eerder in het geheugen opgeslagen zender in modus I
01. Druk drie keer op een willekeurige toets van een vorige, in het geheugen opgeslagen zender.
02. Druk drie keer op dezelfde toets van een nieuwe zender.
03. Druk drie keer op dezelfde toets als een vorige, in het geheugen opgeslagen zender.
04. Druk op dezelfde toets van de nieuwe zender.
05. Als de memoriseerprocedure geslaagd is, knippert de LED 3 keer rood.
06. De programmeerprocedure wordt automatisch beëindigd.
Opmerking. Als het geheugen vol is (30 zenders in het geheugen opgeslagen) gaan er 6 rode knippersignalen uit en kan de zender niet in het
geheugen worden opgeslagen.
4.3 - Modus II
In Modus II kan elke toets van de zender worden gekoppeld aan een van de 8 mogelijke commando's (tabel A7); zo kan bijvoorbeeld één au-
tomatisering worden bediend met slechts één toets die in het geheugen is opgeslagen voor het schakelcommando, terwijl de andere toetsen
vrij blijven voor de besturing van andere automatiseringen. In Modus II wordt voor elke toets één geheugenfase uitgevoerd en elke toets neemt
één locatie in het geheugen in beslag. Tijdens het in het geheugen opslaan van Modus II wordt de specifieke toets ingedrukt in het geheugen
opgeslagen. Als aan een andere sleutel een opdracht op dezelfde zender moet worden toegewezen, moet voor die specifieke sleutel een nieuwe
memorisatiefase worden uitgevoerd.
Waarschuwing! - om de gedeeltelijke posities correct te laten werken, moet u de kalibratieprocedure uitvoeren (zie hoofdstuk 5.1).
Tabel A7 - Opslaan met Modus II
Nº
Opdracht
1
Inschakelen / ophelderen (vasthouden) *
2
DIMM UIT / DIMM omlaag (vasthouden) *
3
Schakelen tussen UIT en het laatste niveau
4
UIT
5
Stel in op 25%
6
Stel in op 50%
7
Stel in op 75%
8
AAN
* Het vasthouden van een sleutel wordt niet ondersteund door sommige zenders.
4.4 - Zenders onthouden in Modus II
Tabel A8 - Eerste en andere zenders onthouden in Modus II
01. Houd de programmeerknop ingedrukt.
02. Laat de programmeerknop los wanneer de LED oranje brandt.
03. Druk op de programmeerknop het aantal keren dat overeenkomt met het gewenste commando
(1 = helder, 2 = dimm, 3 = wisselknop, 4 = UIT, 5 = ingesteld op 25%, 6 = ingesteld op 50%, 7 = in-
gesteld op 75%, 8 = AAN).
04. Controleer of de LED het aantal lange oranje knipperingen aangeeft dat overeenkomt met het vereiste
commando.
05. Binnen 10 seconden:
•
Monodirectionele zenders: Houd de gewenste toets van de zender ingedrukt als memo ten
minste 3 seconden geriseerd.
•
Bidirectionele zenders: Druk op de gewenste toets van de zender die u wilt opslaan.
06. Als de procedure voor het opslaan is geslaagd, knippert de LED 3 keer oranje.
07. Herhaal stap 5 en 6 om alle afstandsbedieningen met hetzelfde commando te verwerven.
08. Herhaal stap 3 t/m 6 om alle afstandsbedieningen met een andere opdracht te verwerven.
09. Na 10 seconden dat het apparaat geen signaal ontvangt, wordt de programmeerprocedure automatisch
afgesloten.
Opmerking. Als het geheugen vol is (30 zenders in het geheugen opgeslagen) gaan er 6 oranje flitsen en kan de zender niet in het geheugen
worden opgeslagen.
Voorbeeld
Oud
x3
Nieuw
x3
Oud
x3
Nieuw
Voorbeeld
1-8
1-8
MONO:
3s
BIDI: