6. Spoel gereinigde elementen grondig in schoon water.
7. Reinig de behuizing van het apparaat met een in de handel verkrijgbaar
reinigingsmiddel om het oppervlak te ontvetten.
AANWIJZING!
Zich houden aan de beschrijving van de producent van het
desinfecterende middel.
8. Droog de gewassen oppervlakken grondig met een schone doek.
9. Droog tenslotte alle gereinigde onderdelen en oppervlakken af met een zachte
doek.
10. Veeg de aansluitkabel alleen af met een licht vochtige doek.
11. De ventilatieopeningen van het apparaat moeten regelmatig geïnspecteerd
worden en bij verontreiniging gereinigd worden met een droge plastic
schrobborstel.
12. De vetopvangbak en het grillrooster opnieuw in het apparaat plaatsen.
NL
18 / 20
Reiniging
151512