8.4.7 Wasverzachters gebruiken
a) Schenk de wasverzachter in het wasverzachtervak van de
b) Overschrijd het (>max<) niveau in het wasverzachtervak niet.
c) Indien de wasverzachter niet erg vloeibaar meer is, verdun deze dan
8.4.8 Gebruik van stijfsel
a) Doe het stijfsel (vloeistof of poeder) in het wasverzachtervak en
b) Gebruik wasverzachter en stijfsel niet samen in een wascyclus.
c) Draai na het gebruik van stijfsel een trommelreiniging zoals
8.4.9 Gebruik van antikalkproducten
a) Gebruik, indien nodig, slechts antikalkmiddelen die speciaal voor
8.4.10 Gebruik van bleekmiddel
a) Kies een programma met voorwas. Doe bleekmiddel in het
b) Gebruik geen bleekmiddel gemengd met wasmiddel.
c) Gebruik een kleine hoeveelheid (50 ml) bleekmiddel en spoel de
d) Giet bleekmiddel niet op het wasgoed.
e) Gebruik geen bleekmiddel op bonte was.
f) Bij gebruik van op zuurstof gebaseerde bleekmiddelen, kies dan een
g) Op zuurstof gebaseerd bleekmiddel mag samen met wasmiddel
FL / 28
wasmiddellade.
met water voor u deze in de wasmiddellade plaatst.
start het spoelprogramma.
beschreven in het hoofdstuk Eerste gebruik.
wasmachines zijn gemaakt.
voorwasvak terwijl het product bij het begin van de voorwas water
neemt.
kleding goed uit, want dit veroorzaakt huidirritatie.
programma met een lagere temperatuur.
worden gebruikt.
Wasmachine / Gebruiker Handleiding