Inhoudsopgave
Advertenties
Waarschuwingslabel aanbrengen
Voor de eerste keer in gebruik nemen de aanwezige
waarschuwingslabel op de achterzijde van het apparaat
overplakken met het waarschuwingslabel in uw taal, als het
wordt meegeleverd. Kies anders een sticker in een voor u
bekende taal. Ga als volgt te werk bij het aanbrengen van het
waarschuwingslabel op de achterzijde van het apparaat:
1. Haal het label in uw taal van de meegeleverde folie.
2. Plak het label op de hiervoor bedoelde plaats aan de
achterzijde van het apparaat.
Metingen met de meetsnoeren
Waarschuwing voor elektrische spanning
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok en
letselgevaar!
Zorg dat de stroom van het stroomcircuit is
uitgeschakeld en alle condensatoren volledig zijn
ontladen.
• Bij de meting de nominale spanning van het apparaat
volgens de technische gegevens aanhouden.
• Onderzoek voor elke meting de meetsnoeren op
beschadigde isolatie.
• Test voor elke meting de werking van het apparaat bij een
bekende spanningsbron.
• Zorg bij het vasthouden van de meetsnoeren dat u ze altijd
alleen voor de aanrakingsbescherming (12) vastpakt:
8
Spanning bij gelijkstroom (DC) meten
1. Het zwarte meetsnoer (14) op de aansluiting COM (7) en
het rode meetsnoer (13) op de aansluiting input (6)
aansluiten.
2. De draaischakelaar (2) naar de stand spanning bij
gelijkstroom meten (20) draaien.
ð Op het display verschijnt de indicatie meting bij
gelijkstroom (31).
3. De gewenste meetpunten van het stroomcircuit met het
correcte potentiaal met de meetpennen (11) van de
meetsnoeren aanraken.
ð De meetwaarde wordt op de meetwaardeweergave (28)
weergegeven.
ð Het display toont de eenheid voor de spanning (25).
Info
Verschijnt voor de meetwaarde een minteken (29), zijn
plus- en minpool van het meetobject verwisseld.
Controleer de aansluiting en de polen van de
meetkabel correct aansluiten.
Voorbeeld:
20
Spanning bij wisselstroom (AC) meten
1. Het zwarte meetsnoer (14) op de aansluiting COM (7) en
het rode meetsnoer (13) op de aansluiting input (6)
aansluiten.
2. De draaischakelaar (2) naar de stand spanning bij
wisselstroom meten (21) draaien.
ð Op het display verschijnt de indicatie meting bij
wisselstroom (30).
3. De gewenste meetpunten van het stroomcircuit met de
meetpennen (11) van de meetsnoeren aanraken.
ð De meetwaarde wordt op de meetwaardeweergave (28)
weergegeven.
ð Het display toont de eenheid voor de spanning (25).
stroomtang BE40
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
