H
Sensoren
A utomatische belasting
S e n s o r e n
sensoren
De automatische
beladingdetectiefunctie past het
waterverbruik perfect aan op elk
programma, afhankelijk van het type
stof en de belading.
Detectiesysteem voor
ongebalanceerde belading
Het automatische onbalans
beladingssysteem detecteert onbalans
en waarborgt een gelijkmatige verdeling
van het wasgoed door het herhaald
starten en stoppen van het
centrifugeren van de trommel.
Wanneer het wasgoed extreem
ongelijkmatig is verdeeld, dan wordt het
centrifugetoerental verlaagd of wordt
het centrifugeren helemaal niet
uitgevoerd vanwege veiligheidsredenen.
Verdeel kleine en grote
Aanwijzing:
stukken wasgoed gelijkmatig in de
trommel.
~ "Storingen en hoe deze te
verhelpen" op pagina 38
Q
Apparaat-instellingen
U kunt de volgende instellingen
A p p a r a a t - i n s t e l l i n g e n
wijzigen:
Het volume van de
■
informatiesignalen (bijv. aan het
einde van het programma) en/of
Het volume van de knopsignalen.
■
Om deze instellingen te wijzigen, moet u
de instellingenmodus activeren.
1/2/3/4...
posities op de
programmakiezer
Activeren van de instelmodus
Draai de programmakeuze-
1.
schakelaar op positie 1.
De wasmachine wordt ingeschakeld.
Druk op de Start/Pauze knop en
2.
draai tegelijkertijd de
programmakeuzeschakelaar naar
positie 2. Laat de knop los.
De instellingsmodus is geactiveerd en
het vooringestelde volume voor de
informatiesignalen verschijnt op het
display (bijv. het signaal aan het einde
van het programma).
Wijzigen van het volume
Gebruik, om het volume van de
■
informatiesignalen, te wijzigen, de
Klaar in knop terwijl de
programmakeuzeschakelaar in
positie 2 blijft.
Draai voor het wijzigen van het
■
volume van de knopsignalen, de
programmakeuzeknop naar positie
3. Gebruik de Klaar in knop opnieuw
om het volume te wijzigen.
‹ = uit, ‚ = stil,
ƒ = gemiddeld, „ = luid,
... = zeer luid
Verlaten van de instel- modus
U kunt het proces nu beëindigen en de
programmakeuzeschakelaar naar de
Uit-positie draaien. De instellingen
worden opgeslagen.
Sensoren
nl
33