Differentieelslot
R
(HST)
IJHENDEL
Deze hendel wordt gebruikt om vooruit en achteruit te rijden en om de machine te stoppen (Figuur 3).
Wanneer de hendel dichtbij «R» staat rijdt de machine achteruit. Wanneer de hendel tussen «N» en
«F» staat gaat de machine vooruit. Wanneer de hendel op de «N» positie staat, staat de machine stil
in de neutrale stand.
Rijsnelheid wordt verhoogd door de hendel van de «N» verder richting «F» of «R» te verplaatsen.
Snelheid verlagen werkt precies andersom.
Beweeg de hendel geleidelijk (behalve in een noodgeval) om zo te voorkomen dat de machine
plotseling gaat rijden of stopt.
G
ASHENDEL
Duw de gashendel naar voren om de motorsnelheid te verhogen. Trek de gashendel naar achteren
om de motorsnelheid te verlagen naar stationair toerental. Gebruik de maaier altijd op volle
motorsnelheid (Figuur 1).
D
IFFERENTIEELBLOKKERING
Deze
hendel
zorgt
achterwielen
tegelijk
aangedreven. Het differentieelslot mag
alleen
worden
gebruikt
rechtdoor rijdt, niet in een bocht (Figuur 3)
C
HOKEHENDEL
Trek aan de choke om een koude motor
te starten, laat deze geleidelijk aan weer
los wanneer de motor warm wordt (1,
Figuur 2).
R
(HST)
IJPEDAAL
De machine rijdt vooruit wanneer u de
voorkant van het pedaal intrapt en
achteruit wanneer u de achterkant van het
pedaal intrapt. Laat het pedaal los om te
stoppen. (2, Figuur 2)
BEDIENINGEN
ervoor
dat
de
worden
wanneer
u
Figuur 1
1
Figuur 2
10
Gashendel
Rijrichting (HST)
2