[12] Hoe te gebruiken
De opnamestand wijzigen
U kunt de opnamestand wijzigen door tijdens de enkelvoudige verbinding op de UP/DOWN-toets te
drukken op het liveweergavescherm van dit toestel.
Afhankelijk van de verbonden camera kunnen sommige opnamestanden niet ingesteld worden.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de verbonden camera.
Het pictogram van de opnamestand wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van het scherm.
De opnamestanden zijn als volgt:
Filmstand: voor het opnemen van films.
Fotostand: voor het opnemen van stilstaande beelden.
Intervalfoto-opnamestand: hiermee kunt u aan een regelmatig interval stilstaande beelden
opnemen tot de opname wordt gestopt.
Lusopnamestand: wanneer de capaciteit van de geheugenkaart afneemt, wist de camera oudere
opnames en blijft deze opnemen.
Audio-opnamestand: hiermee kunt u geluid opnemen.
Hint
Het is ook mogelijk om de opnamestand te wijzigen via de MENU-items van de afstandsbediening. U
kunt als volgt wijzigingen doorvoeren via de MENU-items:
Druk op de MENU-toets om
of DOWN-toets om de opnamestand te selecteren en druk vervolgens op de REC/ENTER-toets.
Als u een lenscamera (QX-reeks) aansluit, drukt u op de UP- of Down-toets om de camerazoom te
bedienen tijdens de liveweergave.
[13] Hoe te gebruiken
Opnemen
U kunt films of stilstaande beelden en geluid opnemen.
Controleer de opnamestand voor u begint met opnemen.
Afhankelijk van de verbonden camera zijn er opnamestanden die niet ingesteld kunnen worden.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de camera.
1. Druk op de REC/ENTER-toets op dit toestel om de opname te starten.
Opnemen
Films en stilstaande beelden opnemen
(opnamestand) te selecteren in de instelitems. Druk op de UP-
Opnemen
Films en stilstaande beelden opnemen