• Gebruik enkel houtpellets;
• Sla de pellets op een droge en koele plaats op;
• Giet de pellets nooit rechtstreeks in het vuur;
• De kachel mag enkel met kwaliteit pellets gevoed worden, met een diameter van
6 mm en een maximumlengte van 30 mm. Gebruik enkel het type pellets
aanbevolen
door de fabrikant.
• Voor de elektrische aansluiting van de kachel, moeten de rookbuizen met het
rookkanaal aangesloten worden;
• Het beschermrooster in het pelletreservoir mag nooit verwijderd worden.
• Het vuldeksel mag nooit open blijven staan!
• In de omgeving waarin de kachel wordt geïnstalleerd, moet een goede
luchtverversing mogelijk zijn;
• Het is verboden om de kachel in werking te stellen als de deur open is of het glas
is gebroken;
• De kachel niet als een allesbrander gebruiken; de kachel mag uitsluitend gebruikt
worden voor het doel waarvoor hij werd ontworpen;
• Elk ander gebruik wordt als oneigenlijk en gevaarlijk beschouwd. Giet niets anders
dan houten pellets in de pellettank.
• Als de kachel aan is, worden de oppervlakken, het glas, de hendel en de buizen zeer
heet: raak deze delen niet zonder enige bescherming aan;
• Houd de brandstof en ontvlambare materialen uit de buurt van de kachel.
4
I
NSTRUCTIES VOOR EEN VEILIG EN EFFICIËNT GEBRUIK
Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke en geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en/of kennis indien ze onder
toezicht staan van een verantwoordelijke of nadat ze instructies hebben ontvangen m.b.t. het veilig
gebruik van het apparaat en de gevaren hebben begrepen die ermee zijn verbonden. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen.
De reiniging en het onderhoud dat door de gebruiker moet uitgevoerd worden mag niet door kinderen
uitgevoerd worden;
De kachel niet als een ladder of steiger gebruiken.
Leg geen was te drogen op de kachel, wegens brandgevaar.
Leg zorgvuldig uit aan bejaarden, gehandicapten en in het bijzonder aan kinderen dat de kachel
is gemaakt van materiaal, onderworpen aan hoge temperaturen.
Raak de kachel niet aan met vochtige handen, de kachel bezit elektrische onderdelen die
vonken kunnen veroorzaken indien ze niet juist worden behandeld.
Open nooit de glazen deur van de pelletkachel terwijl de kachel werkt.
De kachel moet met een elektrisch systeem aangesloten worden, uitgerust met een aardleiding,
in overeenstemming met de richtlijnen 73/23 en 93/98 EEG.
Het stroomtoevoersysteem moet geschikt zijn voor het verklaarde vermogen van de kachel.
De binnenzijde van de kachel niet met water reinigen, water kan de elektrische isolatie schaden
en elektrische schokken veroorzaken.
10