INSTALLATIE-HANDLEIDING
Schaarhefbrug
6
2
8
1
5
9
10
In de bedieningskast bevindt zich een
hydraulisch gedeelte dat bestaat uit een
oliereservoir, een hydraulische pomp, een
elektromotor, magneetventielen en
hydraulische slangen.
5. INSTALLATIE
Installatie mag alleen worden
uitgevoerd door daartoe bevoegde
personen.
NALOPEN
KONTROLE
ALVORENS TE INSTALLEREN.
De hefbrug moet worden geïnstalleerd in
een gesloten ruimte waar weersom-
standigheden geen invloed hebben. De
plaats van installatie moet voldoende
afstand hebben van was- en verfopslag-
plaatsen en van ruimten waar explosie
gevaar is.
ELEKTRISCH AANSLUITPUNT
De klant moet er voor zorgdragen dat er
zich op de installatieplaats van de
bedieningskast een aansluitpunt bevindt
dat aan de gestelde wettelijke eisen
voldoet (zie blz. 4). Indien deze niet
aanwezig is zal de betrokken monteur een
noodkabel aanleggen. De hefbrug zal
getest worden waarna de noodkabel weer
weggenomen zal worden. De klant zal dan
voor de aansluiting van de hefbrug een
erkend installateur moeten inschakelen.
INSTALLATIE
MATEN
BELANG ZIJN
De hefbrug moet geïnstalleerd worden
met inachtneming van de maten t.o.v.
Industrieterrein IJsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT MONTFOORT, The Netherlands
Tel: +31 348 477000 Fax: +31 348 475104 Internet: www.autec-vlt.nl E-mail: info@autec-vlt.nl
ASW5009T/52,
ASW5009TWF/52
andere objecten (Fig. 4) en met
3
inachtneming van de regelgeving zoals in
de wet van het land waar de hefbrug
wordt geïnstalleerd is vastgelegd.
Let in het bijzonder op:
minimale hoogte van plafond op de
installatie plaats 5000 mm
minimale afstand tot muren 1000 mm
minimale werkruimte 500 mm
ruimte voor bediening
ruimte voor onderhoud, toegang en
vluchtroutes
positie t.o.v machines
4
11
in de nabijheid van stroomaansluit-
Fig.3
punt voor probleemloze aansluiting
VERLICHTING
Alle delen van de hefbrug moeten gelijk
en voldoende verlicht zijn.
PUNTEN
VLOER
De hefbrug moet worden geïnstalleerd op
een horizontale, voldoende sterke vloer,
met een minimale dikte van 150 mm.
Gemaakt van gewapend beton met een
sterkte van ≥25N/mm
Tijdens de installatie mogen er
geen onbevoegde personen in de
veiligheidszone
aanwezig zijn (Fig.4).
INSTALLATIE
(opbouwsituatie)
Leg de beide platformen op de plek van
installatie. Positioneer aan de hand van
DIE
VAN
fig. 6 de beide hefbrugdelen op de juiste
afstand van elkaar. Let hierbij op de
rijrichting. Let op de minimale ruimte t.o.v.
andere voorwerpen.
Autec-VLT Automotive Equipment
ASW5009/52,
Fig.4
2
(Fig. 5)
Fig.5
rond
de
hefbrug
VAN
DE
HEFBRUG
UITGAVE 17-01-2016
1985 (ASWxx/48)
995 (ASWxx/48)
2280 (ASWxx/52)
1095 (ASWxx/52)
5000 (ASWxx/48 + BA-A8IG/ASLP5006)
5270 (ASWxx/48 + BA-A8IG/ASW4009)
5400 (ASWxx/52 + BA-A8IG/ASLP5006)
5670 (ASWxx/52 + BA-A8IG/ASW4009)
545
1450
4800 (ASW4009TWF/48)
5200 (ASW5009TWF/52)
MAX. 1990
MIN. 1530
MAX. 450
WAARSCHUWING
De pneumatische aansluitingen pas
uitvoeren na het vullen van het
hydraulische circuit.
INSTALLATIE
VAN
DE HEFBRUG
(inbouwsituatie)
Hef de schaardelen met behulp van een
kraan in de cassette of uitsparing.
Let op dat de P1 schaardeel aan de
bedieningskastzijde geplaatst wordt.
AANSLUITEN HYDRAULIEK
Zet de bedieningskast op de juiste plek.
Let op de markering van de hydraulische
slangen, zie ook het slangenschema en
hydraulische schema.
1. Haal de opgerolde slangen onder
platform P1 vandaan en sluit deze aan op
de bedieningskast.
2. Haal de opgerolde slangen onder
platform P2 vandaan en sluit deze aan bij
P1 platform
3. Sluit slangen op de bedieningskast aan.
NL/TD-ASW5009/52-3
MAX. 1780
280 (ASW4009xxx)
300 (ASW5009xxx)
470
MAX. 2000
665
800-900
2130-2230
665
1110 (ASW4009TWF/48)
1220 (ASW5009TWF/52)
MAX. 2080
MIN. 270 (ASW4009TWF/48)
MIN. 290 (ASW5009TWF/52)
Fig.6