3.3.2. Algemene visuele aanduidingen
GELE LED "ALGEMEEN UIT DIENST" die continu oplicht ingeval
één of meerdere detectielussen buiten dienst geschakeld zijn of ingeval
de waarschuwingssirenes buiten dienst geplaatst werden.
RODE LED "BRANDALARM" die oplicht ingeval van een
brandalarmmelding in één of meerdere detectielussen.
RODE LED "DOORGEMELD" die oplicht zodra de ingestelde
tijdsvertraging voor de doormelding (evacuatie) verstreken is.
GELE LED "ALGEMENE STORING" die oplicht ingeval van een
technische storing (storing in een detectielus, sirenefout of
voedingsfout).
GROENE
brandmeldcentrale onder spanning geplaatst wordt.
GELE LED "BEDIENING" die oplicht indien de brandmeldcentrale
in het tweede bedieningsniveau geschakeld wordt (sleutelschakelaar
« bediening » bevindt zich in de horizontale positie).
GELE LED "SIRENEFOUT/WAARSCHUWINGSSIRENES UIT
DIENST" die knipperend oplicht van zodra er een onderbreking of
kortsluiting
gedetecteerd
waarschuwingssirenes buiten dienst geplaatst werden. Ingeval van een
fout in de bekabeling van de waarschuwingssirenes licht deze LED op
in combinatie met de gele LED « algemene storing ».
GELE LED "STILTE" die oplicht bij de bediening van de groene
druktoets « stilte ».
GELE LED "NOODVOEDING" licht op ingeval van een storing in
de noodvoeding.
GELE LED "NETVOEDING" licht op ingeval van een storing in de
netvoeding.
RODE LED "WAARSCHUWINGSSIRENES AKTIEF" die oplicht
zodra de waarschuwingssirenes aktief zijn. Deze LED dooft na de
bediening van de druktoets « reset » of na bediening van de druktoets
« waarschuwingssirenes uit dienst ».
Beknopte beschrijving MD400 klassieke brandmeldcentrale
LED
"IN
BEDRIJF"
in
de
bekabeling
wordt
en
die
HB0400N01C Pag. 7/10
die
oplicht
van
de
waarschuwingssirenes
continu
oplicht
zodra
de
indien
de