Status
Tijdens opladen
Tijdens gebruik
Opslag (minstens 80%
vullingsgraad)
• L aad het batterijpakket altijd op met de bij de fiets geleverde
lader. Gebruik geen andere lader.
• Sluit de lader niet aan op de netspanning als de lader niet
gebruikt wordt.
• O ntkoppel de lader van het batterijpakket voordat u gaat fietsen.
• De lader mag niet nat worden.
• Beschadig de lader niet.
• Laad het batterijpakket niet op in de volle zon.
• L aat het batterijpakket niet vallen, dit kan schade veroorzaken
aan het batterijpakket.
• Houd er rekening mee dat uw e-bike bij lagere temperaturen
(onder de 10°C) minder trapbekrachtiging levert en dat het
batterijpakket sneller leeg raakt. Ook neemt het opladen bij lage
temperaturen meer tijd in beslag.
• Grote temperatuursovergangen kunnen zorgen voor een
sterk wisselende vullingsgraadindicatie, met name bij lage
temperaturen en een lage vullingsgraad van het batterijpakket.
Minimaal (°C)
Maximaal (°C)
-5
50
-15
50
-10
35
11
3.2
Batterijpakket opladen
De SpartaMet is een e-bike met twee batterijpakketten: één in het
frame en één in de bagagedrager. Wanneer u twee laders heeft, is het
mogelijk deze tegelijk aan te sluiten. Het batterijpakket in het frame is de
'hoofdbatterij'. Dit is het eerste batterij-icoon in het display (zie par. 4.3.1).
Het tweede icoontje geeft de vullingsgraad van het batterijpakket onder de
bagagedrager weer. De hoofdbatterij moet minimaal 20% volgeladen zijn om
het tweede batterijpakket te kunnen gebruiken. Het batterijpakket onder de
bagagedrager wordt eerst verbruikt. Als die leeg is, schakelt hij automatisch
over naar het batterijpakket in het frame.
Er staat een + teken bij het batterijpakket dat op dat moment actief is.
Sluit de lader aan op het batterijpakket als deze niet gebruikt wordt.
Het systeem zorgt er dan voor dat er automatisch (bij)geladen wordt,
wanneer dat noodzakelijk is. Is het niet mogelijk om het batterijpakket aan
de lader te laten, dan mag u de lader ook verwijderen na een afgeronde
lading. Daarbij is het wel belangrijk dat u minimaal eens per twee maanden
de lader aansluit om het batterijpakket bij te laden om te voorkomen dat
diepteontlading optreedt.
Sluit de lader aan op de fiets als deze niet wordt gebruikt.
Dit verhoogt de levensduur van het batterijpakket.
3.2.1
Opladen in frame
1. Controleer of het netsnoer goed is
aangesloten op de lader (A).
2. Sluit de lader (A) aan op de
netspanning. Het groene
indicatielampje (B) gaat branden.
3. Sluit de stekker (C) van de lader (A)
aan op het contactpunt (D).
4. Verwijder de lader (A) voordat u gaat
fietsen.
Bij 0% vullingsgraad stopt de trapondersteuning. Wel bevat het batterij-
pakket dan nog voldoende energie om het display en de fietsverlichting
enkele uren te laten branden (de verlichting brandt alleen als u trapt).
12