Het videosignaal wijzigen
Wanneer u de camera aansluit op audiovisuele apparatuur moet u het
juiste videosignaal (NTSC of PAL) kiezen voor het maken en weergeven
van opnamen.
1
Druk op de 3-knop in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u in de modus 3 op A drukt, druk dan tweemaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Video uit] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Selecteer het videosignaal met
de vierwegbesturing (23).
Kies het videosignaal dat overeenkomt met
het uitgangssignaal van de AV-apparatuur.
6
5
Druk op de 4-knop.
De instelling wordt opgeslagen.
Afhankelijk van het land of de regio kan het gebeuren dat opnamen niet
kunnen worden weergegeven als het ingestelde videosignaal afwijkt van
het aldaar gebruikte signaal. Als dit het geval is, wijzigt u de instelling
van het videosignaal.
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur 1p.157
Videosignaal van elke stad 1p.229
194
Instelling
Video uit
NTSC
Helderheid
PAL
Batt besparing
5sec
Auto Uitsch.
3min.
Reset
Alles verwijderen
Stop
Cancel
MENU
2/3
OK
OK
OK
OK
OK