Gevoeligheid instellen
U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
De gevoeligheid wordt automatisch aangepast door de camera.
AUTO
(Gevoeligheid 100 - 800)
100
200
400
800
3
1600
3200
6400
Als [Hoog lichtcorrectie] is ingesteld op O, is de minimale gevoeligheid
ISO 200 (p.115).
1
Druk in de stand A op de 3-knop.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Gevoeligheid] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Wijzig de gevoeligheid met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de 4-knop.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de 3-knop.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
116
Bij een lagere gevoeligheid wordt de opname scherper met minder
ruis. Bij weinig licht wordt de sluitertijd langer.
Bij een hogere gevoeligheid is er een relatief korte sluitertijd bij slechte
lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera slechts een
beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben. Opnamen kunnen
echter wel ruis (vlekken) bevatten.
Opnemen
Rec. Mode
1/4
Resolutie
16
M
Witbalans
AWB
AUTO
AF-instelling
100
Gevoeligheid
200
Bereik Auto ISO
400
Belicht. corr.
800
Stop
Stop
MENU
OK
OK