Opstellen en aansluiten
Opstellen
U hebt drie verschillende mogelijk-
heden om de subwoofer te plaatsen.
Zet de Room-Placement-schake-
laar (6) afhankelijk van de keuze van
de standplaats in de juiste positie.
– Vrijstaand met het membraan
naar de zijkant of liggend met het
membraan naar beneden (down-
fire): pos. 1.
– Rechtopstaand in een hoek,
waarbij het membraan een hoek
van ca. 45° ten opzichte van de
muur moet hebben: pos. 2.
– Liggend onder een meubelstuk
met het membraan naar beneden
(downfire): pos. 3.
Bij een downfire-positie straalt de
subwoofer de geluidsgolven direct
in de richting van de vloer uit. De
geluidsgolven worden rechtstreeks
gereflecteerd en zorgen zo voor een
gelijkmatig signaal in de volledige
ruimte.
Als de subwoofer vrij in de kamer
staat, bereikt de bas het oor via de
kortste weg en is daardoor bijzonder
precies en scherp.
Als u de subwoofer in een hoek
van de kamer opstelt, moet u de
Room-Placement-schakelaar (6)
in elk geval in positie 2 schakelen,
omdat er anders oncontroleerbare
frequentieverhogingen kunnen
ontstaan.
10
• Universele subwoofer T6
• Plak de resonantiedemper (2) in
overeenstemming met de wijze van
opstellen aan de onderkant van de
subwoofer of aan de zijde met het
membraan.
Aansluiten
• Steek de kleine stekker van de
netkabel (3) in de ingangsbus (8),
de grote stekker in een contact-
doos (220–240 V ~ / 50 Hz).
De STATUS-LED (4) licht wit op.
Als er al een verbinding was met
een apparaat, wordt deze opnieuw
gerealiseerd. In het andere geval
schakelt de subwoofer automa-
tisch over op de pairing-modus.
(2)