Hoofdstuk 7
Het afdrukken voorbereiden
1.
Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2.
Plaats het gewone papier tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen.
3.
Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4.
Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier.
Afdrukken
1.
Open indien nodig het dialoogvenster
opties voor het papierformaat, de schaal en de richting in.
2.
Open het
3.
Selecteer het paneel Papiersoort/kwaliteit.
4.
Klik in het pop-upmenu Papiersoort op Gewoon papier.
5.
Selecteer de gewenste afdrukkwaliteit in het uitrolmenu Kwaliteit.
6.
Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Print.
Enveloppen afdrukken
Richtlijnen
●
Gebruik geen enveloppen die de volgende eigenschappen hebben:
–
Klemmetjes of vensters
–
Dikke, onregelmatige of gekrulde randen
–
Glanzende afwerklaag of reliëf
–
Kreukels, scheuren of overige beschadigingen
●
U kunt op één of meerdere enveloppen afdrukken.
●
Lijn de randen van de enveloppen uit voordat u ze in de papierlade plaatst.
●
Zorg dat u de capaciteit van de papierlade niet overschrijdt: 10 enveloppen.
Het afdrukken voorbereiden
1.
Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2.
Plaats de enveloppen tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen. De klep moet zich aan de linkerkant bevinden.
24
Opmerking
Als u briefhoofdpapier gebruikt, moet het briefhoofd omlaag
wijzen en naar voren, in de richting van de printer.
Dialoogvenster
Print.
Dialoogvenster Pagina-instelling
en stel de
HP Deskjet D2300 series