4
Installatie
4.1
Installatievoorwaarden
1.
2.
4.2
Installatieprocedure
•
4.2.1
Het toestel installeren
Veiligheidsvoorwaarden
Procedure
1.
2.
3.
4.
Smart Bell 65-60
Zorg dat de locatie aan de voorwaarden voldoet. Zie de voorbereidingshandleiding.
Controleer of de gegevens van de typeplaat van het toestel met het gastype en de
gasdruk van de gastoevoer overeenkomen.
Opmerking:
Het toestel wordt in de fabriek op de juiste nominale belasting ingesteld. De
waakvlam wordt op de juiste gastoevoer ingesteld.
Voer alle procedures in deze paragraaf uit. Optionele procedures worden met
(optioneel) aangegeven.
Voorzichtig:
Plaats het toestel niet tegen een brandbare achterwand.
Plaats de draagbeugels (A). Maak
hierbij gebruik van de
bevestigingsmiddelen (B). U kunt het
toestel met behulp van de
draagbeugels verplaatsen.
Plaats het toestel. Zorg dat de
afstand x ongeveer 2 cm bedraagt.
Verwijder de draagbeugels.
Plaats een niet-brandbare
isolatieplaat (B) van minimaal 12 mm
dik tussen het toestel en de
achterwand. Controleer of de
isolatieplaat de gehele achterzijde
van het toestel bedekt.
Installatie
19