8
Kopiëren
Kopiëren
In de volgende stappen worden de
standaardkopieerhandelingen beschreven.
Raadpleeg de Uitgebreide
gebruikershandleiding voor meer informatie
over elke handeling.
a
Schakel de kopieermodus in door op
(KOPIE) te drukken zodat deze
toets blauw oplicht.
Op het LCD-scherm wordt het
volgende weergegeven:
1 Aantal kopieën
Druk direct op het venster voor het aantal
kopieën en voer het gewenste aantal in.
U kunt ook het aantal kopieën invoeren
door op
te drukken (zoals hierboven afgebeeld).
Opmerking
De standaardinstelling is faxmodus. U
kunt de tijd dat de kopieermodus actief
blijft na de laatste kopieerhandeling
wijzigen. (ZieTijdklokstand in hoofdstuk 1
van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
54
1
of
op het scherm
b
Plaats op een van de volgende
manieren uw document:
8
Plaats het document met de
bedrukte zijde omhoog in de ADF.
(Zie De ADF gebruiken
op pagina 28.)
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat.
(Zie De glasplaat gebruiken
op pagina 29.)
c
Als u meerdere kopieën wilt maken,
toetst u het aantal in (maximaal 99).
d
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Kopiëren stoppen
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
8
8