– Zodra uw achterste hand dicht bij de haak komt, laat u de operator stop-
pen, pakt u de handriem vast en gaat u door totdat de kabel veilig is
opgeborgen.
– Als u alleen werkt, moet u ofwel een last trekken om spanning op de kabel
te houden, ofwel de afstandsbediening (indien uw lier hiermee is uitgerust)
in één hand gebruiken en de kabel in uw andere hand, terwijl u zo ver mo-
gelijk van de kluiskabel of de rolgeleider verwijderd blijft.
– U kunt vervolgens de lier telkens een armlengte activeren-deactiveren.
Zodra u dicht bij de haak komt, zet u de lier stop, pakt u de handriem vast
en gaat u door totdat de kabel veilig is opgeborgen.
10. Zorg bij het oprollen dat de kabellussen stevig zijn en voldoende op de trom-
mel uit elkaar zijn gespreid om vastlopen, kabelschade of het plotseling losko-
men van de kabel te voorkomen.
V V o o e e r r t t u u i i g g i i n n s s t t e e l l l l i i n n g g e e n n t t i i j j d d e e n n s s h h e e t t g g e e b b r r u u i i k k v v a a n n d d e e l l i i e e r r
Het wordt aanbevolen dat u het trekvoertuig tijdens het gebruik van de lier statio-
nair laat lopen om te voorkomen dat de accu leegloopt.
Het trekkende voertuig moet op gepaste wijze zijn geblokkeerd om beweging tij-
dens het gebruik van de lier te voorkomen.
Als de bestuurder de lier vanuit het voertuig bedient (binnenschakelaar), moet u
zorgen dat het voertuig stabiel is en vervolgens de rem aanhalen om het voertuig
op zijn plaats te houden.
Veiligheidsinformatie
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
19