Inhoudsopgave
Advertenties
LEROY-SOMER
4.4 - Mechanische storingen
Storing
Overmatige opwarming van het (de) lager-
Lager
schild(en) (temperatuur > 80°C op de lager-
ringen met of zonder abnormaal lawaai)
Overmatige opwarming van de behuizing
Abnormale
van de alternator (meer dan 40°C boven
temperatuur
de omgevingstemperatuur)
Overmatige trillingen
Trillingen
Overmatige trillingen en gebrom van de
alternator
Abnormale
Hevige schok, eventueel gevolgd door
geluiden
gebrom en trillingen
4.5 - Elektrische storingen
Storing
Actie
Breng gedurende 1
Geen
seconde 6 V gelijk-
spanning na
spanning aan op één van
het opstarten
de condensatoren
in nullast
Te lage
Controleer de
spanning
aandrijfsnelheid
Te hoge
Verminder de snelheid
spanning
Spanning
correct in
nullast en te
laag onder
belasting
4.5.1 - Meting van de weerstanden van
de wikkelingen van de STATOR
Zorg er tijdens deze procedure voor dat
de alternator stilstaat en losgekoppeld is
van elke externe belasting.
- Draai de 4 bevestigingsschroeven van de
beschermkap los.
- Koppel de draden van de condensator los
om de weerstand van de hulpfase te meten.
10
Installatie en onderhoud
LSA 36 - 2 POLEN - EENFASIG
ALTERNATOREN
- Indien het lager blauw geworden is of indien het vet verkoold is, vervang dan het lager
- Lager slecht vastgezet
- Verkeerde uitlijning van de lagers (lagerschilden verkeerd ingepast)
- Luchtingang/-uitgang gedeeltelijk verstopt of terugstroom van warme lucht van de
alternator of thermische motor
- Werking van de alternator aan te hoge spanning (> 105 % Un onder belasting)
- Werking van de alternator onder overbelasting
- Verkeerde uitlijning (koppeling)
- Defecte schokdemping of speling op de koppeling
- Kortsluiting van de stator
- Kortsluiting van de installatie
- Breuk of beschadiging van de koppeling
- Breuk of verwringing van het aseinde
- Verplaatsing en kortsluiting van de wikkeling van het poolrad
- Openbarsten of loskomen van de ventilator
- Vernietiging van de draaiende diodes
Maatregelen
De alternator start en zijn spanning blijft
normaal na verwijdering van de batterij
De alternator start, maar zijn spanning
bereikt niet de nominale waarde na
verwijdering van de batterij
De alternator start, maar zijn spanning
verdwijnt na verwijdering van de batterij
Correcte snelheid
Te lage snelheid
Actie
Controle/oorzaak
- Te wenig remanent magnetisme
- Controleer de spanning van de condensator (ongeveer 10 tot 15 V
aan de klemmen van de hulpwikkeling, condensator losgekoppeld)
- Controleer of er een onderbreking is in het circuit van de
condensator of in één van de condensatoren
- Indien de spanning te laag is, defecte diodes
- Onderbreking in de hulpwikkeling
- Draaiende diodes doorgeslagen
- Poolrad in kortsluiting - Controleer de weerstand
Verhoog de aandrijfsnelheid
Snelheid van de groep te hoog
- Te grote snelheidsdaling onder belasting
- Controleer de snelheid
- Groep overbelast
- Kortsluiting in het poolrad - Controleer de weerstand
- Koppel de draden van de wikkeling op het
klemmenbord los om de weerstand van de
hoofdfase te meten.
Ω
3694 nl -
2011.06 / g
Advertenties
Inhoudsopgave
