Technisch handboek
6. Druk op de toets ENTER om de instelling te bevestigen.
15.1.9.2
Beheer van het kluislotsysteem met de Device Manager
Het masterslot heeft andere functies dan de slavesloten.
De Device Manager (apparaatmanager) van een slaveslot toont slechts twee aangesloten ap-
paraten: de invoereenheid en het betreffende slaveslot.
Het slaveslot kan alleen het type, de versie, de laatste 8 cijfers van het serienummer en een
aangepast 5-cijferig nummer van het betreffende slaveslot controleren.
Er kan een bussysteemtest van het betreffende slaveslot en de invoereenheid worden uitge-
voerd.
De Device Manager bestaat uit verschillende functies:
•
Controle van het aantal aangesloten apparaten (sloten, eBoxen en invoereenheden)
•
Het uitvoeren van een eenvoudige bussysteemtest
•
Geselecteerde sloten naar een andere slotpositie verplaatsen
Autorisatie: Mastercode
1.
Selecteer het submenu DEVICE op het masterslot.
2.
Druk op de toets ENTER.
ð De Device Manager geeft het aantal aangesloten apparaten van het kluisslotsysteem
3.
Druk op de pijltjestoets RECHTS om het gewenste apparaat te selecteren.
ð De geselecteerde apparaten worden weergegeven.
ð Er worden maximaal 10 aangesloten slavesloten weergegeven.
V28 - 08/2019
weer.
Configuratie
Elektronisch kluisslot
99